vrijdag 15 december 2017

( video de Wildernix ) 5280 grote grazers in de Oostvaardersplassen waar er maar ruimte is voor 1000 dieren



De periode van overvloed is voorbij….

De periode van overvloed aan voedsel voor de grote grazers in de Oostvaardersplassen is weer voorbij. In de zomer is er in dit natuurgebied volop voedsel voor de koeien, paarden en herten, maar in november verandert dat snel. Door de lage zonnestand en de lage temperaturen is de groei van het gras verleden tijd en gaat ook de kwaliteit van het gras snel achter uit.  
Voor de grote grazers is dus weer een moeilijke tijd aangebroken.

De omstandigheden voor de grote grazers zien er momenteel  -begin december- alles behalve goed uit. De gegevens van de helikoptertelling van dit najaar zijn enkele dagen geleden door Staatsbosbeheer gepubliceerd en daaruit blijkt dat er momenteel ongeveer 700 grote grazers meer lopen dan in het najaar van 2016. Volgens de tellingen lopen er nu ongeveer 230 Heckrunderen , 1060 koniks en 3990 edelherten. In totaal ca. 5280 dieren.
Deze toename is vooral te wijten aan de vrij zachte winter 2016-2017. Maar niet alleen daaraan. In de winter daarvoor zijn erg veel dieren afgeschoten. Daardoor waren er de afgelopen winter betrekkelijk weinig grote grazers, die daardoor meer voedsel ter beschikking hadden dan gebruikelijk. Met als gevolg dat er afgelopen winter  door de beheerders weinig dieren werden afgeschoten en ook de sterfte van dieren buiten het zicht van de beheerders gering was. Daardoor is het aantal grote grazers fors gestegen.
Dat gaat zich deze winter wreken. Nu lopen er meer grote grazers dan ooit en is de grasvoorraad de afgelopen weken al snel geslonken. Dat de komende winter ook zo zacht zal verlopen als de twee voorgaande winter ligt niet in de lijn der verwachtingen.  Dat zal betekenen dat er deze winter waarschijnlijk weer rond de 1500 dieren -of meer- zullen moeten worden afgeschoten.


Uit de ontwikkelingen de afgelopen winters kun je wel een interessante conclusie trekken. Zodra het aantal grote grazers lager is, zijn de omstandigheden voor de resterende dieren veel beter. Is er veel minder sprake van hongerlijdende dieren.  
Wij pleiten daarom al geruime tijd voor het drastisch omlaag brengen van het aantal grote grazers. Dan is er wel voldoende voedsel voor de dieren om een redelijk bestaan te hebben.
Bij kleinere populaties zal de jaarlijkse aanwas geringer zijn en zullen er vervolgens veel  minder dieren moeten worden afgeschoten om de populaties op het gewenste niveau te handhaven.
Deze sterke reductie in de populaties zullen wij ook bij de Adviescommissie Beheer Oostvaardersplassen  (de Commissie Van Geel) bepleiten. Na veel vertraging is deze commissie dan eindelijk toch  begonnen met het consulteren van deskundigen en betrokkenen. Zoals we al in het vorig bericht meldden, zou deze commissie nog dit jaar een advies moeten uitbrengen aan Gedeputeerde Staten van Flevoland, waarna Provinciale Staten tot een nieuw beleid zou kunnen besluiten. Gezien de traagheid van deze commissie zit het er niet in, dat de planning gehaald gaat worden. Dat zal betekenen dat de grote grazers opnieuw een ellendige winter tegemoet gaan.

En ook na het advies van de commissie Van Geel is er geen garantie op een beter beheer. De tegenstand tegen een diervriendelijker beleid is fel en de tegenstanders van een nieuw beleid zullen alles op alles zetten om een nieuw beleid tegen te houden.
Het is nu al ruim twee jaar geleden, dat de Tweede Kamer besloot, dat het beheer over de grote grazers overgedragen moest worden van het Rijk aan provincie Flevoland. Mede door tegenwerking van het ministerie van Economische zaken verloopt deze overdracht uiterst moeizaam en stroperig. Ongelofelijk.
Daarbij speelt ook de opstelling van Staatsbosbeheer een belangrijke rol. Als zij zouden willen meewerken aan een nieuw beleid, zouden er zeker nu al mogelijkheden zijn. Maar Staatsbosbeheer lijkt daar niet aan mee te willen werken.

Intussen houdt Staatsbosbeheer zich bezig met allerlei lapwerk.
Staatsbosbeheer berichtte enkele weken geleden dat ze 2000 grote bomen gaat planten om de dieren meer beschutting te bieden. Een nogal zinloze actie, want deze 4 meter hoge bomen worden geplant op plaatsen waar vroeger al bos stond: Het Oostvaardersbos en Koterbos. Bossen die door de grote grazers in de afgelopen jaren grotendeels zijn verwoest. En dat terwijl deze bossen in deze jaren slechts door een klein aantal grote grazers is gebruikt.
-inplant van doorn- en stekeldragende struiken in perken Oostvaardersbos

Het gebrek aan beschutting is niet het hoofdprobleem. Ook bij slecht weer blijkt het merendeel van de paarden en herten niet de luwte van de restanten van de bossen op te zoeken. Het is dan ook niet zo, dat het gebrek aan beschutting het probleem is. Nee,  het echte probleem is het gebrek aan voldoende voedsel.   Een dier dat goed doorvoed is kan wel tegen en beetje slecht weer.

Als Staatsbosbeheer echt meer beschutting aan de dieren zou willen geven, dan zou ze dat moeten doen door op de kale grasvlakte grondwallen op te werpen en met stekel- en doorndragende struiken in te planten. Afgelopen jaren heeft Staatsbosbeheer al duizenden struiken aangeplant in met boomstammen omgeven perken. Daardoor kunnen de grote grazers niet bij deze struikjes komen en is deze inplant succesvol. Maar ook nu is dit een zinloze actie omdat het is gebeurd op plaatsen, waar eerder al bos stond: het Oostvaardersbos en de zogenaamde Driehoek. Hoge kosten met weinig rendement.

En geen oplossing voor het echte probleem: te veel dieren en daardoor te weinig voedsel!!
December 2017

www.stichtingwelzijngrotegrazers.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten