zaterdag 14 september 2024

In augustus 1864 werd de 's Gravenhaagsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren opgericht: Een kleine terugblik van 160 jaar dierenbescherming


 Op 25 augustus 1864 werd te Den Haag de 's Gravenhaagsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren opgericht. Dit was de directe voorloper van de huidige Dierenbescherming. We mogen deze maand dus onze 160ste verjaardag vieren. Een heugelijk feit!

mr. Léon Ripmeester

Door: mr. Léon RipmeesterJurist

160 jaar Dierenbescherming

Andere tijden, terug naar de onze

Het was voor de dieren in de 19e eeuw een heel andere wereld. Het meest opzienbarende dierennieuws dat ik terug kon vinden, was dat in 1864 in datzelfde Den Haag de eerste paardentram van Nederland ging rijden. Het was in ieder geval een tijd, waarin mensen voelden dat ze zich moesten gaan verenigen, om meer te betekenen voor mens en dier. Zo werd 3 dagen eerder, dus op 22 augustus 1864, in Geneve het Rode Kruis opgericht. En enkele weken later de eerste internationale organisatie van vakbonden. Het was naar verluid dan ook een topjaar voor notarissen.

Dierengeluiden logo

Onvermeld mag overigens niet blijven, dat onze Engelse collega's van de RSPCA dit jaar maar liefst al hun 200ste (!) verjaardag mogen vieren. Daarmee is het de oudste nog bestaande dierenbeschermingsorganisatie ter wereld.

Zwerfhonden en werkdieren




De oprichters van de Dierenbescherming moeten een bepaalde urgentie hebben ervaren om zich te gaan organiseren en op die manier in te gaan zetten voor de dieren. Bedenk je goed, dat het academische denken over dieren(-welzijn) nog niet eens in de kinderschoenen stond. Wetten om dieren te beschermen, zelfs tegen de meest schrijnende situaties van dierenmishandeling, bestonden niet. Het laat zich enigszins vermoeden, dat het louter observeren van misstanden – en dat het zó niet verder kon – zaken in beweging, en mensen bij elkaar, heeft gebracht. Denk aan de erbarmelijke situatie van Nederlandse zwerfdieren (in die tijd ook nog: zwerfhonden) en werkdieren zoals trekhonden die werk moesten verrichten dat hun krachten eigenlijk (ver) te boven ging.

Al snel boekte de kersverse vereniging haar eerste successen. In 1875 kwam er een dierenwet die ervoor zorgde dat iemand die een hond of kat mishandelde, strafbaar was. Vijf jaar later, in 1880, kreeg een aantal vogel- en zoogdiersoorten een officiële wettelijke bescherming, en in 1886 werd dierenmishandeling (van álle dieren) een misdrijf. Daarmee waren álle dieren in Nederland voortaan door een wet beschermd.

Ik zou nu de rest van deze 'dierengeluiden op donderdag' prima kunnen vullen met wat er in de opvolgende 140 jaar allemaal nog meer voor moois is bereikt en verbeterd voor dieren, in wetgeving en anderszins.

Pioniersgeest

Trekhonden
Een trekhond aan het werk

Echter wat ik eigenlijk interessanter vind, is de observatie dat het bij de oprichting echt een heel andere wereld was voor mens en dier dan vandaag de dag. Maar dat de gevoelde noodzaak om de situatie van dieren (verder) te verbeteren; die is in de kern hetzelfde gebleven. In elke tijd heeft de mens de behoefte gevoeld zich op een moreel juiste wijze te verhouden tot de dieren om zich heen. En hebben we (en dan zeker de denkers en filosofen onder ons) naast alle zorg en liefde die we historisch gezien óók heus hebben gehad voor dieren, toch ook het – vaak ongemakkelijke – gevoel gehad dat er 'iets' tekort schoot in onze bejegening van onze mede-aardbewoners.

De oprichters van de Dierenbescherming deden wat hen het juiste leek, ondanks naar huidige maatstaven beperkte kennis en context. Echte pioniers. In die zin mogen zij ons ook vandaag nog als inspiratie en voorbeeld dienen. Stel dat we ze zouden kunnen teleporteren naar onze tijd, dan zouden ze vermoedelijk verbaasd zijn over hoe wij nu naar dieren kijken en met dieren omgaan. Maar zou dat dan in positieve zin zijn, of ook in negatieve? Bedenk bijvoorbeeld ook, dat ze uit een tijd komen waarin dieren in het algemeen nog echt beschouwd werden als 'dingen', als te benutten gebruiksvoorwerpen.

Zouden ze – kunnen – bevatten wat we inmiddels weten van dieren en hoe we ze proberen te beschermen, of zouden ze juist ook verrassend veel overeenkomsten zien met hun oprichtingstijd?

Wat we à la Back to the Future zeker uit de begintijd van de Dierenbescherming op zouden moeten halen, en vast zien te houden, is de reeds aangehaalde open pioniersblik. En we kunnen wat dat betreft ook al wat in de toekomst kijken, zowaar.

Staat van het Dier 2024

Bekijk het rapport
Bekijk het rapport

Recent publiceerde de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) namelijk haar tweede vijfjaarlijkse rapport over de 'Staat van het dier' in Nederland.

Daarin allerlei 'state of the art' beschouwingen over dieren(welzijn en -gezondheid) in allerlei contexten, en gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke inzichten. Fascinerend leesvoer. Bijvoorbeeld: Hoe moet het verder met het proefdiergebruik? Hoe ziet de dierentuin van de toekomst eruit? Hoe kunnen we op weg naar een dierwaardige veehouderij? Ikzelf mocht een hoofdstuk bijdragen over voortgang in wet- en regelgeving over dieren. Dat gaat ook allang niet meer 'alleen maar' over wetgeving, maar ook over rechtstheorie en dieren, en wat is er bijvoorbeeld mogelijk met zelfregulering?

De slotbeschouwing heeft vervolgens niet voor niks de titel 'Denken vanuit het dier heeft grote gevolgen'. We weten steeds meer over dieren, en bijvoorbeeld ook over insecten en vissen. Verschillen tussen dieren onderling, maar ook tussen dier en mens blijken steeds meer (veel) kleiner dan gedacht. Dat brengt verlegenheden met zich mee, en soms ook een gevoel van ongemak; met die kennis moeten we namelijk ook iets. Maar wat precies?! Dat is en blijft een zoektocht.

Vanzelfsprekend vooruitblikken

Ik denk wel dat het gloednieuwe en op sommige punten welhaast futuristische RDA-rapport raakt aan precies hetzelfde gevoel – van ongemak en urgentie – dat ook de eerste dierenbeschermers voelden. Daarmee is de cirkel rond. Of beter gezegd: we blijven gepassioneerd en gedreven aan het werk om de positie van dieren verder te verbeteren. Zoals we het in ons meerjarenplan ambitieus noemen: om Nederland 'vanzelfsprekend diervriendelijk te maken'. Ik vermoed dat, ondanks alle verschillen in de tijd en wereldbeeld, onze oprichters zich hier van harte in hadden herkend.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten