De aanpak richt zich volgens Schouten onder meer op het minimaliseren van het risico op brand door elektra wat een belangrijke oorzaak is van brand: „Als de risico’s die samenhangen met elektra drastisch worden ingeperkt komt het streefdoel per 2026 in beeld. Mocht blijken dat de genomen maatregelen niet het gewenste effect hebben of wanneer meer inzicht over stalbranden hierom vraagt zullen tussentijds aanvullende maatregelen worden genomen om de risico’s verder te minimaliseren en het doel te behalen.”
Nieuwe regels brandveiligheid
De voortgang wordt gemonitord en de minister beloofd dat de Kamer jaarlijks wordt geïnformeerd. Het uiteindelijk doel dat Schouten voor ogen heeft, is het aantal stalbranden te minimaliseren en helemaal te voorkomen. Ze geeft echter ook aan dat het helaas nooit uit te sluiten dat zich een calamiteit voordoet.
Schouten geeft verder aan dat in de afgelopen maanden overleg geweest met verschillende partijen zoals verzekeraars en LTO om tot een goede set aan maatregelen te komen. Hieronder neem ik uw Kamer mee in de maatregelen die ik voornemens ben te treffen en de stappen die tot dusver zijn gezet, en nog gezet worden om het aantal stalbranden te verminderen.
Brandcompartiment
Zo moet er een wettelijke norm worden gesteld voor het aantal dieren dat in een brandcompartiment mag staan. Dit is in lijn met de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid OvV worden hogere brandveiligheidseisen gesteld aan grotere veehouderijen. Wanneer branden namelijk uitbreken bij een veestal met grote brandcompartimenten, is het risico op veel dierlijke slachtoffers groot. Deze norm moet worden uitgewerkt in samenhang met bedrijfsvoering, dierenwelzijn en diergezondheid. „Dit kan eveneens worden betrokken bij de omgang met het amendement op de Wet dieren van het lid Vestering over huisvesting waarvan ik momenteel werk aan de juridische analyse en de impactanalyse.”
Elektrakeuring
Verder gaat de demissionair minister een regelgeving in procedure brengen die verplicht tot elektrakeuringen van inpandige elektra en zonnestroominstallaties volgens de beste beschikbare norm. In de aangekondigde ontwerp-regelgeving wordt een jaarlijkse visuele keuring voor alle veehouderijen verplicht, waarbij onder andere gekeken wordt naar het onderhoud van elektra. Daarnaast wis Schouten voornemens om de grote veehouderijen een uitgebreide elektrakeuring iedere drie jaar te verplichten, voor de overige veehouderijen iedere vijf jaar. Uiterlijk in 2028 zijn alle veehouderijen op de bovengenoemde aspecten gecontroleerd, en alle grote veehouderrijen in 2026 uitgaande dat wetgeving in 2023 gerealiseerd is. Ook wil ze compartimentering van de technische ruimte(s) met tenminste 60-minuten brandwerend materiaal en mogelijk een preventief branddetectiesysteem verplicht stellen voor de bestaande stallen van grotere veehouderijen. Dit is een schadebeperkende maatregel, die ervoor zorgt dat de brand zich minder snel verplaatst naar de dierverblijven en er hierdoor een grotere kans is de brand tijdig te bedwingen. Om deze maatregel verder vorm te geven onderzoekt de minister op dit moment de financiële gevolgen, uitvoerbaarheid en eventuele ongewenste neveneffecten, bijvoorbeeld voor het stalklimaat.
Geen fiscaal voordeel luchtwassers
Verder wordt momenteel gewerkt aan de invulling van de motie van voormalig lid Futselaar om het verbeteren van dierenwelzijn en de brandveiligheid van stallen als harde voorwaarde te stellen om in aanmerking te komen voor subsidie bij de Sbv. Daarnaast laat Schouten in kaart brengen welke technologische innovaties en bedrijfsmatige ontwikkelingen de stalbrandveiligheid kunnen verslechteren, en welke eventuele beheersmaatregelen hier tegenover zouden moeten staan. Een door de OvV genoemd voorbeeld is bijvoorbeeld de luchtwasser, die een grote rol speelt bij de verspreiding van brand. Daarom wordt per 1 januari 2022 de luchtwasser voor alle diercategorieën uitgesloten van fiscaal voordeel binnen de regelingen MIA/Vamil. „Ook kijk ik welke (wettelijke) eisen innovaties en ontwikkelingen stimuleren die brandveiligheid kunnen verslechteren om dit gericht tegen te kunnen gaan. Dit gebeurt in overleg met LTO en het Verbond van Verzekeraars.”
Actieplan ‘Brandveilige veestallen’
De Stuurgroep van het Actieplan heeft de minister per brief laten weten de Stuurgroep op te heffen, vanwege hun beperkte doorzettingsmacht. De acties in het Actieplan die geen onderdeel zijn van de bovengenoemde maatregelen zullen wel doorgang vinden, middels nieuw ingerichte werkgroepen. De nauwe contacten tussen de partijen van het Actieplan en de overheid worden door de partijen als zeer waardevol ervaren. Dit contact zal in een nieuw overlegorgaan voortgang vinden. „Ik neem de regie en de eerste verantwoordelijkheid in de aanpak van stalbranden, en blijf in overleg met de relevante partners om tot de meest optimale aanpak te komen”, aldus Schouten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten