Had jij gedacht dat varkens ook in laboratoria te vinden zijn? Wij hebben weer een paar interessante feitjes en fabels op een rij gezet over varkens als proefdier.
Vreselijk! Arm dier
Varkens staan in de top 5 van meest gebruikte proefdieren
Feit: Na de muis, de rat, de kip en de zebravis, is het varken het meest gebruikte proefdier. In 2016 werden er in Nederland 10.129 proeven gedaan met varkens.
Bijna alle varkens gaan na de proef dood
Fabel: Een beetje luguber feitje, maar bij iets meer dan de helft van de proeven in ging het varken dood (54,6%). In vergelijking met andere boerderijdieren is het varken een middenmoter. Bij paarden blijft 75% leven en bij runderen zelfs 82%. Konijnen en schapen zijn slechter af, respectievelijk 97% en 58% van deze dieren overleeft de proef niet.
Varkens worden alleen gebruikt voor hartonderzoek
Fabel: Varkens worden voor vele doeleinden ingezet. Varkens zijn relatief populair omdat het varken, in vergelijking met andere dieren nog het meest lijkt op de mens qua lichaamshuishouding, afweersysteem, vaatwand, fysiologie van het bloed en anatomie (pardon?).
Varkens worden altijd verdoofd tijdens het onderzoek
Feit en fabel: Soms verstoort een verdoving de uitkomsten van het onderzoek. Er wordt dan van verdoving afgezien. Dit kan ook gelden voor varkens. Maar bij varkens is dat in 2016 niet voorgekomen. In z’n algemeenheid is de stelling dus een fabel, maar in 2016 was het een feit.
Varkens zijn onmisbaar in huidonderzoek
Fabel: Vroeger was dit misschien waar, maar inmiddels zijn dierproeven niet meer nodig in huidonderzoek. Er bestaan modellen op basis van menselijke cellen die al het huidonderzoek met proefdieren kunnen vervangen. Denk aan huidziektes, huidkanker, wondgenezing en brandwonden.
De Nederlandse Brandwonden Stichting heeft onlangs besloten volledig te stoppen met het financieren van onderzoek waarvoor proefdieren worden ingezet. Proefdiervrije methoden vinden zij op z’n minst even goed en vaak beter.
Het doden van varkens valt onder ‘licht ongemak’
Feit: Bj de vergunningsaanvraag worden alle dierproeven ingedeeld in een ‘ongeriefscategorie’. Onderzoekers geven aan of een proef terminaal is (dier gaat dood) of licht, matig of zwaar ongerief oplevert voor het proefdier. Alle voorkomende behandelingen zijn bij wet ingedeeld in een categorie. Doden van dieren valt lang niet altijd in categorie terminaal. Dit geldt namelijk alleen als het dier gedood wordt voorafgaand aan de proef, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van weefsel. Maar als het dier sterft als gevolg van een proef die verder valt in de categorie ‘licht ongemak’ dan verandert de dood daar niks aan.
In 2016 eindigde 88,7 % van alle dierproeven met de dood, terwijl maar 6,3 % te boek staat als terminaal.
Proeven met varkens voor commerciële doeleinden zijn niet toegestaan
Fabel: In 2018 is er bijvoorbeeld toestemming gegeven voor een proef met 1900 biggen om de ‘prestatie’ van biggen te verhogen. 950 biggen gaan in deze proef dood en 98 % van de proeven valt in de categorie matig ongerief en 2% in de categorie ernstig.
Biggen worden in de gangbare varkenshouderij na 3 à 4 weken van hun moeder gescheiden (zgn. gespeend) en krijgen daarna vast voedsel te eten. Veel biggen worden hier ziek van (diarree). Het maag-darm stelsel van jonge biggen is namelijk nog niet volgroeid en op die leeftijd niet geschikt voor vast voedsel. Dit onderzoek is er op gericht voer te ontwikkelen dat wel al na 3 à 4 weken wordt verdragen zonder dat biggen daar ziek van worden.
Dergelijke proeven worden gezien als het bevorderen van dierwelzijn, maar het zijn ook commerciële belangen waarom deze proeven worden gedaan. Hoe eerder biggen gespeend worden, des te sneller kan de zeug weer bevrucht worden. In de natuur, bij wilde zwijnen, duurt het spenen tussen de 60 en 120 dagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten