Het is 26 april 1986 en in de kerncentrale nabij de stad Tsjernobyl gaat het gruwelijk mis. Tijdens een test ontstaat een explosie in één van de rectoren. Het dak van de reactor wordt weggeblazen, er ontstaat brand en er komen radioactieve materialen en ioniserende straling vrij. In de dagen die volgen worden meer dan honderdduizend mensen die binnen een straal van 30 kilometer van de reactor wonen, geëvacueerd. En het is tot op de dag van vandaag verboden om in dit gebied – ook wel de nucleaire exclusie- of vervreemdingszone genoemd – te wonen. Het resulteert in twee grote spooksteden en heel wat spookdorpen waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Een rampgebied dat de ramp nooit meer te bovenkomt.

Foto: Tsjernobyl

Dieren

Maar dat is slechts één kant van het verhaal. Want terwijl wij mensen het gebied angstvallig mijden; bang voor wat we er zelf van hebben gemaakt, zijn er andere soorten die er vrijmoedig wonen en zelfs floreren. Tot die conclusie zijn onderzoekers in de afgelopen jaren herhaaldelijk gekomen.


Vanuit helikopters en met behulp van cameravallen brachten zij in de afgelopen drie decennia het leven in de vervreemdingszone in kaart. En er was veel meer te zien dan je met de kernramp nog vers in het geheugen wellicht zou verwachten. Zo zagen de onderzoekers het aantal zwijnen, elanden en reeën in wat tegenwoordig het Wit-Russische deel van de vervreemdingszone is, in de eerste tien jaar na de ramp explosief toenemen. Net als het aantal wolven. Ondertussen werden in het Oekraïense deel Euraziatische lynxen, bruine beren, wisenten en zwarte ooievaars op camera vastgelegd. “Oekraïense en Wit-Russische onderzoekers hebben honderden planten- en dierensoorten in de zone gespot, waaronder meer dan 60 zeldzame soorten,” aldus professor Nick Beresford, verbonden aan het Britse Centre for Ecology & Hydrology.

Verrassing
“De overvloed aan zoogdieren was voor veel mensen – waaronder ook wetenschappers – een verrassing,” vertelt professor Jim Smith, verbonden aan de universiteit van Portsmouth en één van de onderzoekers die uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar het leven in de vervreemdingszone. Maar hij merkt tegelijkertijd op dat de overvloed aan dieren in de nucleaire exclusiezone geen verrassing had moeten zijn. “Door experimenten die voorafgaand aan Tsjernobyl zijn uitgevoerd weten we dat dierenpopulaties goed bestand zijn tegen de relatief lage stralingsniveaus die we op de lange termijn na Tsjernobyl zien.”

Nog zo’n succesverhaal in de nucleaire exclusiezone: het verhaal van het Przewalski-paard. Ze werden in de jaren negentig in het gebied losgelaten en floreren er sindsdien. Ze gebruiken verlaten boerderijen als stallen. Afbeelding: Image by Marcel Langthim from Pixabay.

Hot spots
Kort na de ramp was het echter ook voor wilde dieren niet gemakkelijk. “Het is bekend dat intense straling in de ‘hot spots’ (gebieden waar het stralingsniveau heel hoog lag, red.) kort na de ramp schadelijk is geweest voor het wild,” merkt Smith op. Dergelijke hot spots zijn er ook vandaag de dag nog. En het lijkt waarschijnlijk dat organismen daar nog steeds subtiele stralingsschade oplopen, vertelt Smith aan Scientias.nl. “Maar dat heeft geen significante impact op de populaties.”


Floreren
Sterker nog: de dierpopulaties in de nucleaire exclusiezone floreren. “De populaties zijn in de zone zelfs diverser en groter dan in omringende, bewoonde gebieden,” vertelt Smith. “De voordelen die het verwijderen van menselijke activiteit uit de exclusiezone heeft, wegen sterk op tegen alle negatieve consequenties die de straling kan hebben.”

Ooit woonden in de exclusiezone meer dan 135.000 mensen. Zij werden in de dagen na de ramp geëvacueerd en mochten er niet meer terugkeren. De straling was te gevaarlijk. “Dat mensen er niet kunnen leven, komt doordat we voor mensen een veel lagere risicodrempel hanteren,” vertelt Smith. Hoewel het officieel verboden is om in de exclusiezone te wonen, houdt overigens niet iedereen zich daaraan; in verschillende delen van de zone (niet de hot spots) wonen mensen illegaal.

Natuurgebied
En zo heeft de natuur het gebied rond de kerncentrale dus teruggepakt. En het lijkt er niet op dat de dieren het nog eens uit handen zullen hoeven geven. “De Oekraïense sector van de nucleaire exclusiezone is aangewezen als natuurreservaat, hetzelfde geldt voor de Wit-Russische sector. Vrij grote delen van de zone zouden nu weer door mensen bewoond kunnen worden, maar dat lijkt op dit moment niet overwogen te worden.”

Branden
Het wil echter niet zeggen dat de dieren en planten in dit gebied – dat onbedoeld uitgroeide tot het op twee na grootste natuurreservaat van continentaal Europa – niets te vrezen hebben. Zo woedden er eigenlijk elk jaar wel branden. En vorig jaar woedden in het Oekraïense deel van de exclusiezone zelfs de grootste branden sinds de kernramp. “De natuurbranden zijn de grootste bedreiging voor het leven in de zone,” meent Smith.

Inmiddels is het gebied dat 35 jaar geleden zo hard getroffen werd door de kernramp, uitgegroeid tot een plek die opnieuw van grote waarde is. Ditmaal niet omdat er voor duizenden gezinnen energie wordt opgewekt, maar omdat het een rijk en divers ecosysteem herbergt dat het ecosysteem dat hier voor april 1986 huisde, in alle opzichten doet verbleken. Dennenplantages hebben plaatsgemaakt voor veel diversere bebossing die veel meer CO2 op kan nemen en waarin al zeker 1200 plantensoorten en meer dan 340 soorten gewervelden zijn aangetroffen. En zo getuigt het rampgebied niet langer enkel van de enorme ramp die hier 35 jaar geleden plaatsvond, maar bovenal ook van de veerkracht van de natuur.