vliegtuigtellingen Aruba, Bonaire en Curaçao
Onderzoekers van IMARES Wageningen UR hebben vier verschillende soorten walvissen en dolfijnen waargenomen bij tellingen vanuit een vliegtuig in het Caraïbisch gebied. Daarnaast registreerden de onderzoekers ook haaien, zeeschildpadden, roggen en zeevogels.
Veel zeezoogdieren waargenomen
Aan zeezoogdieren registreerde het surveyteam Bultrug, Tuimelaar, Gevlekte/Slanke Dolfijn en Snaveldolfijn. De eerste drie soorten zijn relatief algemeen rond Aruba, Bonaire en Curaçao.- Bultruggen (Megaptera novaeangliae) overwinteren in het gebied en verblijven in de zomer in het hoge noorden, tot in de sub-arctische streken.
- Tuimelaars (Tursiops truncatus) komen het gehele jaar in het gebied voor. Over de aantallen en verspreiding door het jaar heen is weinig tot niets bekend.
- De twee soorten Gevlekte/Slanke Dolfijnen (Stenella frontalis en Stenella attenuata) zijn vanuit de lucht lastig van elkaar te onderscheiden. Beide soorten komen in het gebied voor, maar kwantitatieve gegevens ontbreken.
- Waarnemingen van Snaveldolfijnen (Steno bredaensis) zijn zeldzaam. Deze soort kan door minder ervaren waarnemers als Tuimelaar gedetermineerd worden.
Ook haaien gezien
Van de overige waarnemingen zijn twee haaiensoorten het vermelden waard. Een Walvishaai (Rhincodon typus) werd gezien ten noorden van Aruba. Opmerkelijk was de waarneming van een Reuzenhaai (Cetorhinus maximus) ten noorden van Curaçao. Waarnemingen van deze soort zijn zeldzaam in de regio. Recent onderzoek met gezenderde Reuzenhaaien heeft aangetoond dat deze soort in het Caraïbisch gebied overwintert of door het gebied trekt op weg naar overwinteringsgebieden ten noordoosten van Zuid-Amerika.Tellingen per vliegtuig
De vliegtuigtellingen zijn speciaal ontworpen voor het vaststellen van walvissen en dolfijnen; het principe is simpel. Met een vliegtuig vliegt een surveyteam langs van tevoren bepaalde lijnen, verdeeld over een bepaald gebied, en telt alle zeezoogdieren die zich laten zien. Het surveyteam bestond uit twee waarnemers (Steve Geelhoed en Hans Verdaat) en een datarecorder (Nicole Janinhoff) die de verzamelde gegevens in real time invoerde en aanvullende waarnemingen verrichtte.De tellingen zijn gedaan vanuit een tweemotorig toestel van Air Key West met speciale ramen waardoor de waarnemers onder het toestel kunnen kijken. Het team opereerde vanuit Hato airport op Curaçao. Van daaruit werd ca 2500 km in de Exclusieve Economische Zone (EEZ) van Aruba, Bonaire en Curaçao geteld. De telinspanning was verdeeld over een twintigtal zogenoemde transecten. Deze strekten zich uit tot ca 130 mijl (240 km) ten noorden van de eilanden. Daarmee werd grofweg tweederde van de EEZ gedekt. Mogelijk kan in de komende jaren de gehele EEZ geteld worden.
Het onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken en het Wereld Natuur Fonds Nederland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten