Translate

vrijdag 30 oktober 2020

WWF luidt de noodklok : Populaties wilde dieren over de hele wereld met 68 % afgenomen en ook het coronavirus is daar een gevolg van

 



 Onze relatie met de natuur is kapot en we moeten nú actie ondernemen om dit te herstellen. Dat is de alarmerende conclusie uit het Living Planet Report van het World Wildlife Fund (WWF), dat vorige maand verscheen. Sinds 1970 is de populatie van alle dieren op aarde met 68 procent gedaald. Dat klinkt heftig en dat is het ook, maar het rapport zegt ook dat we nog niet verloren zijn.



De belangrijkste bevindingen van het Living Planet Report

Van 1970 tot nu:

  • Zijn populaties wilde dieren over de hele wereld met gemiddeld 68 procent in omvang afgenomen (in tropische gebieden in de Verenigde Staten is dit zelfs 94 procent).
  • Zijn populaties van zoetwaterdieren met gemiddeld 84 procent afgenomen in omvang.
  • Is 75 procent van het ijsvrije landoppervlak op aarde door de mens aangetast.
  • Is 85 procent van de waterrijke gebieden verloren gegaan.
  • Wordt nog maar 13 procent van de oceanen gezien als ‘wildernis’ die niet direct beïnvloed wordt door mensen.
  • Wordt een derde van het eten dat geproduceerd wordt, nooit opgegeten.
  • Wordt 30 procent van het hele landoppervlak van de aarde gebruikt voor landbouw.

Om ernstigere gevolgen te voorkomen, moeten we nú actie ondernemen om de natuur te behouden en herstellen, zeggen activisten. Bending the curve, noemt het WWF dit. Volgens de organisatie is er voor het ombuigen van deze ontwikkeling een combinatie nodig van extra behoud, duurzame productie en duurzame consumptie. Hiermee komt de verantwoordelijkheid bij zowel overheden en bedrijven als bij burgers te liggen. De drie belangrijkste manieren om het tij te keren, en hoe jij daar zelf aan bij kunt dragen.

1. DE PRODUCTIE EN CONSUMPTIE VAN VOEDSEL VERANDEREN

biodiversiteit-insecten-bijen-unsplash

DE INSECTEN STERVEN UIT. NOU EN?

Insectensterfte is slecht nieuws voor ons allemaal. Maar waarom eigenlijk?

De afgelopen tienduizend jaar (ook wel het ‘Holoceen’) was klimatologisch een van de meest stabiele periodes die de aarde gekend heeft. Cruciaal daarvoor is de biodiversiteit: het leven van miljoenen soorten dieren en planten is zodanig met elkaar verweven dat ze elkaar en de aarde ondersteunen. Van olifanten en walvissen tot planten en insecten, ze spelen allemaal een rol. Zo neemt plankton in de oceanen koolstof op, houden kuddes grote grazers op de Afrikaanse steppen het grasland vruchtbaar door het te bemesten en weerkaatst poolijs zonlicht zodat de aarde koel blijft. De biodiversiteit zorgde ook voor een betrouwbare cyclus van seizoenen, die de mensheid de mogelijkheid gaf om voedsel te produceren. Ook wij zijn dus direct afhankelijk van een rijke en gebalanceerde biodiversiteit. Toch is het juist het menselijke handelen dat de afgelopen jaren de krimp heeft veroorzaakt.

EEN PLANTAARDIG(ER) DIEET IS DE SNELSTE OPLOSSING OM RUIMTE TE BESPAREN

We kunnen meer ruimte voor de natuur creëren door te veranderen hoe het land gebruikt wordt – en dus wat we eten. Een plantaardig(er) dieet is de snelste oplossing om ruimte te besparen. Het verbouwen van gewassen neemt namelijk veel minder ruimte in dan het produceren van vlees en zuivel – omdat de dieren zelf ruimte nodig hebben, maar vooral omdat voor al het veevoer ontzettend veel land gebruikt wordt. Verbouwen van planten produceert ook flink minder broeikasgas omdat dieren methaan
1produceren bij het verteren van voedsel en de mest dat daarna ook uitstoot.

Zoals gezegd zijn ook onze wateren in gevaar. Overbevissing en bijvangst moeten stoppen, was de boodschap die meer dan driehonderd wetenschappers begin september bij de EU neerlegden. Bioloog en documentairemaker David Attenborough stelt in zijn nieuwe documentaire dat een visverbod in een derde van de kustzeeën naar schatting genoeg zou zijn om iedereen van vis te voorzien. Doordat de vissen in die gebieden gezonder worden en zich vermenigvuldigen, trekken ze naar de gebieden waar wel gevist mag worden.

Dit kun jij zelf doen om duurzamer te eten:

Minder vlees en zuivel consumeren. Een plantaardig(er) dieet is een belangrijke stap die (bijna) iedereen kan zetten. Om impact te maken hoeft niet iedereen in één keer 100 procent vegan te gaan. Het is al goed als je twee of drie dagen per week vlees- en zuivelvrij eet. Met twee dagen geen vlees en zuivel bespaar je namelijk net zoveel CO2-uitstoot als een autorit van 30 kilometer.

Check of je vis duurzaam gevangen is. Je kan dit zien aan het blauwe MSC- en groene ASC-keurmerk op de verpakking. Visserijen krijgen dit keurmerk als ze voldoen aan drie principes: genoeg vis in de oceanen laten zitten, de natuurlijke omgeving niet aantasten en goed natuurbeheer volgen, dat er voor zorgt dat de regels eerlijk worden toegepast en worden nageleefd. Daarnaast is het altijd beter om te kiezen voor een vis die niet lijdt onder overbevissing.

Verminder je voedselverspilling. Een derde van al het geproduceerde voedsel in de wereld wordt nooit opgegeten. Deze verspilling vindt overal in het proces plaats, van de boerderij tot op je bord en in je keuken, als je eten weggooit. Het verwerken van al dat afval draagt met ongeveer 8 procent flink bij aan de totale broeikasgasuitstoot. Probeer daarom slim boodschappen te doen, gebruik een lijstje en ga niet met een lege maag naar de supermarkt.

2. BESTRIJDEN VAN KLIMAATVERANDERING

Voor het eerst in tienduizend jaar is de gemiddelde temperatuur op aarde significant veranderd. De gemiddelde luchttemperatuur, die tot de jaren 90 vrij stabiel was, steeg de afgelopen dertig jaar al met meer dan 1 graad Celsius. Ook zit er meer broeikasgas in de lucht dan ooit. Dit betekent niet dat we vóór de jaren 90 geen extra warmte produceerden, maar tot dan werd dit opgenomen door oceanen waardoor de gevolgen onzichtbaar bleven. Omdat de gezondheid van de oceanen mede daardoor achteruit is gegaan, kunnen ze dit nu niet meer doen.

EEN REGENWOUD HOUDT TOT WEL ZEVEN KEER DE HOEVEELHEID KOOLSTOF VAST DIE MENSEN JAARLIJKS UITSTOTEN

Amazon rain forest fire disaster is burning at a rate scientists have never seen before.

ZIJN OOK VERWOESTENDe BOSBRANDEN HET NIEUWE NORMAAL?

Meer bossen dan ooit gaan in vlammen op: 2020 dreigt een recordjaar te worden.

In augustus vorig jaar en januari dit jaar werden de gevolgen van de opwarming duidelijker dan ooit met enorme bosbranden in de Amazone en Australië. Hiermee ging het leefgebied van miljoenen dieren in vlammen op. Het regenwoud vormt de habitat van de helft van alle diersoorten op het land en in een relatief kleine strook van 10,4 vierkante kilometer kunnen tot wel 750 verschillende soorten bomen staan. Bomen waarin dieren leven en die bovendien allemaal CO2 opnemen en dus helpen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Een regenwoud houdt tot wel zeven keer de hoeveelheid koolstof vast die elk jaar door mensen wordt uitgestoten. Maar wat doet de mens? We kappen ze en planten oliepalmen waar bijna geen dieren in kunnen leven. Zo is al de helft van de regenwouden verloren gegaan.

Ontbossing en corona

Ook corona is een gevolg van ontbossing, zegt het WWF in zijn Living Planet Report. Doordat de leefruimte van veel dieren kleiner wordt, trekken ze naar bevolkte gebieden. Dier en mens leven te dicht op elkaar waardoor er steeds meer ziektes ontstaan die overdraagbaar zijn van dieren op mensen. Zulke ziekten noemen we zoönosen.

Covid-19, SARS, ebola, malaria en AIDS zijn allemaal voorbeelden van zoönosen. Hoe die bij mensen terechtkomen verschilt. Het verdwijnen van bepaalde dieren zorgt er bijvoorbeeld voor dat een zoönose een nieuwe route naar ons ‘vindt’. In India nam bijvoorbeeld het aantal besmetting met rabiës (hondsdolheid) toe toen de gieren aan het verdwijnen waren. Besmette koeienkarkassen werden nu in plaats van door gieren, opgegeten door verwilderde honden die dichter bij de mens staan dan gieren. Zij droegen de ziekte via beten over op mensen.

Attenborough roept ons op om onmiddellijk te stoppen met ontbossing, en gewassen als oliepalmen en soja alleen te verbouwen op land dat lang geleden ontbost is. Een manier om deze omgang met land te bevorderen is door boeren en andere landeigenaren subsidie te geven om inheemse bomen te planten. In Costa Rica zorgde dit ervoor dat er binnen 25 jaar weer dubbel zoveel bomen stonden.

MAROKKO HAALT 40 PROCENT VAN ZIJN ENERGIEBEHOEFTE UIT ZONNEPANELEN EN WINDMOLENS IN DE SAHARA 

Daarnaast, zegt hij, moeten we zo snel mogelijk overal de overstap maken naar hernieuwbare energie; zon, wind, water en aardwarmte. Een goed gidsland hiervoor is Marokko, dat op het moment 40 procent van zijn energiebehoefte uit zonnepanelen en windmolens in de Sahara haalt. Door de makkelijke verbinding met Zuid-Europa zou het land tegen 2050 de opgewekte energie kunnen exporteren. In tegenstelling tot kolen, olie en gas veroorzaakt het opwekken van deze energie bijna geen CO2-uitstoot. Bovendien raakt de energiebron de komende miljarden jaren niet op. Vooralsnog blijven banken en pensioenfondsen in fossiele brandstof investeren; volgens Attenborough en andere klimaatactivisten is het daarom tijd dat ook zij verantwoordelijk worden gehouden en hun steentje bijdragen.

Wat jij zelf kunt doen om je uitstoot te verlagen?

Verbruik minder energie en stap over op duurzame energie. Het beste zou zijn om over te stappen op hernieuwbare energie zoals zonne-energie, wind- en waterkracht. Als je de mogelijkheid hebt, stap dan over naar een groene energiemaatschappij en/of installeer bijvoorbeeld zonnepanelen. Check ook of jouw bank bijdraagt aan milieuvervuiling en stap anders over naar een groenere bank.

Koop minder spullen. De grootste klimaatimpact van de gemiddelde Nederlander komt van spullen die we kopen. Dit hebben we alleen niet in de gaten, omdat het gaat om een indirecte uitstoot van CO2 in plaats van een directe zoals bij autorijden. Probeer dus minder te kopen, en ga vaker voor tweedehands. Minder verspilling gaat ook hier op: gooi niet zomaar dingen weg. Probeer iets te repareren en ga in eerste instantie voor betere kwaliteit die langer meegaat.

Zoek uit hoe groot jouw voetafdruk op aarde eigenlijk is. Op deze site kun je dat testen, aan de hand van vragen over je woonsituatie, voeding, lifestyle, vervoer en vakantie. Hier en hier vind je meer tips om je levensstijl te verduurzamen.

3. INVESTEREN IN DE NATUUR ALS OPLOSSING

Op dit moment vragen wij 1,6 keer meer van de aarde dan ze ons kan geven. We hebben bossen, waterrijke gebieden, oceanen en andere belangrijke ecosystemen aangetast en vernietigd. De afname van de biodiversiteit is een voorbeeld van het afzwakken van de natuurlijke bronnen. In de komende honderd jaar zullen miljoenen soorten (500.000 dieren en planten en nog eens 500.000 insectensoorten) met uitsterven bedreigd worden, voorspelt het WWF.

Naast het bos heeft ook de zee bescherming nodig. Sinds de jaren 50 is al 90 procent van alle grote vissen (tonijn, kabeljauw) in de zee gevangen, terwijl deze nodig zijn om het ecosysteem in stand te houden. Dit systeem speelt een grote rol in het tegengaan van klimaatverandering. Het oppervlak van de oceaan neemt namelijk CO2 op, en dat kan het minder goed doen als het niet ‘gezond’ is.

Even ter herinnering: de aarde heeft zichzelf al miljarden jaren in leven gehouden. Een effectieve manier om de biodiversiteit te bevorderen is dan ook om de natuur gewoon zijn ding te laten doen. ‘We moeten simpelweg doen wat de natuur altijd heeft gedaan’, zegt Attenborough dan ook: ‘Als wij voor de natuur zorgen, zorgt de natuur voor ons.’ De bioloog doelt op oplossingen waarbij we samenwerken met de natuur en behoud, herstel en beheer gecombineerd worden.

Er wordt vaak teruggegrepen op techniek om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan, maar technologie is vaak duur en vooral effectief op korte termijn. Natuurlijke oplossingen zijn lange termijn opties en hebben meer voordelen. Want niet alleen zullen ze de biodiversiteit en ons beschermen tegen de effecten van de opwarming van de aarde, maar ze gaan die zelf ook tegen.

KORAAL WORDT NU AL OP MEERDERE PLEKKEN OP DE WERELD GEKWEEKT OM IN HET RIF GEPLANT TE WORDEN


Bossen planten is waarschijnlijk het bekendste voorbeeld van de natuur gebruiken als oplossing. Bomen nemen CO2 op, dragen bij aan een betere bodemkwaliteit en verbeteren de luchtkwaliteit. Maar behalve het bos heeft ook de kust bescherming nodig. Mangrovebossen en koraalriffen moeten beschermd en hersteld worden om vissen hun broedplaatsen terug te geven en mensen te beschermen tegen overstromingen en vloedgolven. Koraal wordt nu al op meerdere plekken op de wereld gekweekt om in het rif geplant te worden.

Wat kun jij zelf doen om de natuur te laten bloeien?

Creëer een groen balkon of tuintje. Een heel bos planten in je eentje wordt lastig, maar ook hier geldt dat alle kleine beetjes helpen. Zeker in de stad is het belangrijk dat we meer natuur om ons heen hebben. Hoe meer groen, hoe aantrekkelijker voor insecten en vogels die er zo weer een stukje leefgebied bij krijgen. Als je dus de mogelijkheid hebt, zet dan zoveel mogelijk planten op je balkon, of creëer een groen dak. Dit vangt water op, vermindert de vervuiling en houdt huizen koel (en dat scheelt weer stroom voor een eventuele airco in de zomer). Als je een tuin hebt, haal daar dan alle tegels uit en plant gras en planten in de plaats.

Teken petities of doneer. Op onder andere de website van het WWF vind je verschillende petities die overheden onder druk hopen te kunnen zetten om de natuur en het klimaat prioriteit te maken.

De natuur, biodiversiteit, het klimaat en de gezondheid van de mens zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Herstel van de stabiliteit van de aarde begint dus bij het herstellen van de biodiversiteit. Doen we dat niet, dan is die stabiliteit en onze veiligheid binnen honderd jaar verdwenen. In de woorden van David Attenborough: ‘Het gaat niet alleen om het redden van de planeet, het gaat om het redden van onszelf.’

donderdag 29 oktober 2020

In een Gelders vleeskuikenbedrijf is vogelgriep ( H5) vastgesteld: 35.700 dieren zijn geruimd en vervoersverbod van 10 km rondom dit bedrijf

 

Vogelgriep vastgesteld bij pluimveebedrijf in Altforst


In het Gelderse Altforst, gemeente West Maas en Waal, is bij een bedrijf met vleeskuiken ouderdieren vogelgriep (H5) vastgesteld. Het gaat om een hoog pathogene variant van de vogelgriep. In een straal van 1 kilometer rond het bedrijf liggen geen andere bedrijven.

Om verspreiding van het virus te voorkomen, wordt het bedrijf geruimd. In totaal gaat het om circa 35.700 dieren. De ruiming wordt uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

In het gebied van 3 kilometer rond het besmette bedrijf in Altforst liggen negen andere pluimveebedrijven. Deze bedrijven worden bemonsterd en onderzocht op vogelgriep. In de 10 kilometerzone rondom dit bedrijf liggen daarnaast nog 25 andere pluimveebedrijven en pakstations. Voor deze zone geldt het vervoersverbod.

Vervoersverbod

Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft per direct een vervoersverbod voor pluimveebedrijven afgekondigd in een zone van 10 kilometer rond het bedrijf in Altforst. Een vervoersverbod heeft betrekking op pluimvee, eieren, pluimveemest en gebruikt strooisel, maar ook op andere dieren en dierlijke producten afkomstig van bedrijven met commercieel gehouden gevogelte.

Maatregelen

Alle huidige landelijke maatregelen, zoals de ophokplicht voor commercieel gehouden pluimvee, blijven onverkort van kracht. In aanvulling daarop zijn dierentuinen, kinderboerderijen en eigenaren van hobbyvogels verplicht hun pluimvee en watervogels af te schermen zodat deze dieren niet in contact komen met wilde watervogels en hun uitwerpselen. Dit kan bijvoorbeeld door de dieren in een volière te houden of in een ren onder te brengen. De dierentuinen en kinderboerderijen kunnen wel bezocht worden.

Het bestaande hygiëneprotocol voor bezoekers om commerciële pluimveebedrijven te bezoeken wordt uitgebreid. Dit betekent onder andere dat bezoekers alleen nog de stal of erf mogen betreden na het nemen van strenge hygiënemaatregelen.

Verder is er een verbod ingesteld op het tentoonstellen van sierpluimvee en watervogels.

Deel dit artikel


dinsdag 27 oktober 2020

Burgerinitiatief: "Wij vragen het parlement voor een wettelijk verbod op de import, verkoop en doorvoer van bont" ( met 40.000 handtekeningen geldig )

 

BURGERINITIATIEF BONT IMPORTVERBOD

Nieuws
BONT

Met dit burgerinitiatief vragen wij, burgers van Nederland, het parlement om een wettelijk verbod op de import, inkoop, verkoop en doorvoer van bont, ongelooide huiden en producten waarin bont is verwerkt.

Een burgerinitiatief is niet zomaar een petitie, maar een verzoek aan de Tweede Kamer om een uitgewerkt burgervoorstel te bespreken en er een standpunt over in te nemen. Ons voorstel is het verbod op de import van en handel in bont. Daar zetten wij ons als organisaties voor in.

Een burgerinitiatief is geldig wanneer dit wordt ondertekend door 40.000 personen die de Nederlandse nationaliteit bezitten, ouder zijn dan 18 jaar en hun naam, adres, e-mailadres en geboortedatum geven. Dit wordt steekproefsgewijs gecontroleerd. 1

TEKEN DE PETITIE HIER!

WAAROM EEN IMPORT- EN HANDELSVERBOD?

In Nederland is in 2013 de Wet verbod pelsdierhouderij in werking getreden. 2 Artikel 2 van de wet bepaalt: “Het houden, doden of doen doden van een pelsdier is verboden.” De wet richt zich met name op de houders van nertsen, maar beperkt zich daartoe niet. De wet richt zich op de gehele bontproductie in Nederland.

Het verbod vindt zijn grondslag in ethische en morele opvattingen ten aanzien van het houden van dieren met als doel het verkrijgen van hun – in economische zin waardevolle – pels. Het houden van pelsdieren werd door de wetgever niet langer aanvaardbaar geacht en in strijd met het “nee-tenzij”-principe van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren dat nadrukkelijk het “doel” van diergebruik als morele rechtvaardigingsgrond centraal stelt. 3 Ook zou volgens de wetgever de maatschappelijke weerstand tegen de bontproductie groot zijn. 4 Dit is met de publiciteit rondom corona, nertsen en ruimingen alleen maar toegenomen.

Sinds de inwerkingtreding van de Wet verbod pelsdierhouderij is het houden van pelsdieren in Nederland niet toegestaan, met uitzondering van het houden van nertsen. Voor nertsenfokkerijen geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2024. Naar aanleiding van de vele coronabesmettingen bij nertsen komt er echter een vroegtijdig einde aan de nertsenfokkerij en daarmee de gehele pelsdierhouderij in ons land. Op 10 juni 2020 werd al een motie 5 ingediend waarin de Kamer de regering verzocht te zorgen voor een verbod op het beroepsmatig fokken van dieren die aantoonbaar bevattelijk zijn voor het coronavirus en een reservoir kunnen vormen. Op 23 juni 2020 is deze motie aangenomen. Minister Schouten hield vervolgens nog een vinger aan de pols en wilde de ontwikkelingen van het coronavirus afwachten. De besmettingen liepen de maanden daarna steeds verder op. Op 24 augustus 2020 heeft het OMT-Z geadviseerd om een verplichte stopregeling voor de nertsenfokkerij in Nederland na de pelsperiode in november van dit jaar op te leggen. Minister De Jonge en Schouten hebben bij brief van 28 augustus 2020 6 besloten om aan dit advies uitvoering te geven en wetgeving voor te bereiden op basis waarvan het houden van nertsen op korte termijn moet worden beëindigd. Daarbij acht het kabinet het van belang dat de afgelopen maanden de maatschappelijke onrust over de besmettingen op de nertsenbedrijven verder is toegenomen. Hiermee komt zeven jaar na het in werking treden van de Wet verbod pelsdierhouderij een vervroegd einde aan de pelsdierhouderij in Nederland.

Een verbod op de pelsdierhouderij in Nederland is nog geen verbod op het importeren en verkopen van bont. Dit betekent dat de bontproductie vanwege ethische en maatschappelijke weerstand in eigen land is verboden, maar dat de import en handel van bont dat elders op eveneens onethische wijze is verkregen wel is toegestaan. Dit is inconsequent. Dit burgerinitiatief streeft ernaar deze inconsequentie op te heffen door zo spoedig mogelijk een volledig wettelijk verbod op de import van en handel in bont af te kondigen. Omdat Denemarken een van de grootste bontproducenten ter wereld is, lijkt het weinig zinvol om te wachten op Europese overeenstemming over dit onderwerp. Er is bovendien geen reden in eigen land niet uit te gaan van onze eigen morele normen en waarden.

DEFINITIES

Definitie bont: Bont is een gevilde, behaarde dierenhuid, gelooid met behoud van de haren. Bont is dus een gevilde en gelooide vacht of pels.

Definitie pelsdier: dier dat gehouden wordt uitsluitend of in hoofdzaak ter verkrijging van de pels.

ETHIEK EN IMPORTVERBOD

In Nederland is de verontwaardiging over moreel verwerpelijk handelen tegenover dieren steeds de rechtvaardigingsgrond voor de totstandkoming van dierenbeschermingswetgeving. Al in 1875 werd de opzettelijke mishandeling van honden en katten strafbaar gesteld. In de afgelopen decennia is steeds meer ethisch onaanvaardbaar handelen met dieren wettelijk aan banden gelegd: het gebruik van trekhonden (1961), de vossenfokkerij (1995), het houden van kalveren in kisten (1996), de chinchillafokkerij (1997), dierproeven voor cosmetica (1997), het houden van zeugen aan de ketting (1998), de legbatterij (1999) en het gebruik van mensapen voor experimenten (2002). Het principe van de intrinsieke waarde van het dier is dan ook het fundament van de Nederlandse dierenbeschermingswetgeving. Dit belangrijke principe houdt in dat dieren wezens zijn met gevoel, bewustzijn en integriteit wiens waarde niet kan worden herleid tot hun economische waarde voor mensen. Vanuit dit principe dienen dieren met respect behandeld te worden.  

Het bedrijfsmatig houden en doden van dieren enkel ter verkrijging van hun pels is niet in lijn met voormeld principe. Daarbij komt dat er nog steeds een consistente lijn is waar te nemen van toenemende zorg over wat dieren wordt aangedaan. Het toebrengen van leed en het ontnemen van het leven van een dier voor een niet-essentieel en zelfs triviaal doel als bont kan derhalve niet worden gerechtvaardigd en is onmiskenbaar in strijd met de publieke moraal.  

Nederland heeft een lange traditie van het verbieden van ethisch onaanvaardbare praktijken – bijvoorbeeld op het gebied van kinderarbeid en milieuaantasting – ondanks de inperking van de economische vrijheid die dat met zich meebrengt. Het importverbod op alle zeehondenproducten en op honden- en kattenbont biedt een uitstekend voorbeeld van hoe (Nederlandse) wetgeving kan worden gewijzigd als gevolg van ethische bezwaren tegen bepaalde handelingen jegens het dier. Een wet die de import, inkoop, verkoop en doorvoer van bont, ongelooide huiden en producten waarin bont is verwerkt verbiedt, zet deze traditie voort.

AANLOOP NAAR DE WET VERBOD PELSDIERHOUDERIJ

Reeds bij de presentatie van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in 1992 was de bontproductie onderwerp van zorg voor de Tweede Kamer. Daarna is de pelsdierhouderij meerdere malen in de Vaste Commissie voor LNV aan de orde geweest. De eerste aanzet tot een verbod op de pelsdierhouderij werd gegeven door de aanvaarde motie Swildens-Rozendaal c.s. (Kamerstuk 26 200 XIV, nr. 63) van 1 juli 1999, die luidde:

“De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat nertsen van nature solitair levende roofdieren zijn die bij bedrijfsmatige productie in hun welzijn worden aangetast; overwegende, dat het bedrijfsmatig houden van nertsen is gericht op bontproductie; overwegende, dat het doel van bontproductie de instandhouding van de bedrijfsmatige nertsenhouderij niet rechtvaardigt; verzoekt de regering zo spoedig mogelijk een groeistop op het bedrijfsmatig houden van nertsen af te kondigen; verzoekt de regering maatregelen voor te bereiden teneinde het bedrijfsmatig houden van nertsen te beëindigen en de Kamer daarover op korte termijn te berichten, en gaat over tot de orde van de dag.”

De insteek van deze motie was het welzijn van de nertsen, maar het is duidelijk dat de problematiek met name haar grondslag vindt in ethische en morele opvattingen ten aanzien van het houden van nertsen met als doel het verkrijgen van hun – in economische zin waardevolle – pels. Het houden van twee andere diersoorten in Nederland voor bontproductie, vossen en chinchilla’s, werd verboden per 1 april 2008.

In de loop der jaren is het zwaartepunt in de Kamer verschoven van zorgen over het welzijn van de dieren naar de opvatting dat het houden van dieren voor de productie van bont hoe dan ook ongewenst is.

De huidige Wet dieren erkent in Artikel 1.3. de intrinsieke waarde van het dier:

“Bij het stellen van regels bij of krachtens deze wet, en het nemen van op die regels gebaseerde besluiten, wordt ten volle rekening gehouden met de gevolgen die deze regels of besluiten hebben voor deze intrinsieke waarde van het dier, onverminderd andere gerechtvaardigde belangen. Daarbij wordt er in elk geval in voorzien dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk, wordt voorkomen en dat de zorg die de dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd.”

Het bovengenoemde ‘nee-tenzij’ principe wordt in de Wet dieren als volgt verwoord in Artikel 2.1.:

"Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen.”

De Wet verbod pelsdierhouderij gaat dus niet om de aard van de betrokken diersoort(en), maar om het onredelijk geachte doel waarvoor de dieren gehouden worden. Iedere vorm van welzijnsaantasting is onnodig als het doel de productie van bont is, zo was de gedachte van de wetgever bij de behandeling.

MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN

Met het voorgestelde verbod volgt de wetgever de maatschappelijke ontwikkelingen. Er vindt namelijk een hoopvolle verandering plaats in modeland. Grote modehuizen kiezen op grote schaal voor een bontvrij beleid. Afgelopen jaren sloegen Hugo Boss, Armani, Gucci, Michael Kors en Jimmy Choo één voor één een nieuwe weg in door te kiezen voor een bontvrij beleid. Ook de luxe designer webshop Net-A-Porter, Donna Karan, Prada, Versace en Furla stopten met het gebruik van bont. Donatella Versace zei tijdens een interview met 1843 Magazine van The Economist: “Bont? Daar ben ik klaar mee. Ik wil geen dieren doden om mode te maken. Het voelt niet goed.” Federico Marchetti van Net-A-Porter, stelt dat uit onderzoek onder 25.000 van haar klanten is gebleken dat meer dan de helft wilde dat het bedrijf zou stoppen met de verkoop van bont. Giorgio Armani stopte met bont vanwege “de bescherming van, en de zorg voor het milieu en dieren.” Bij Gucci zijn 150 jonge medewerkers onder de dertig de aanleiding voor de beleidsverandering. Zij stelden elk een top drie op met dingen die anders zouden moeten binnen het bedrijf. Bont was er daar een van.

In september 2020 kondigde warenhuisketen Nordstrom aan vanaf eind 2021 niet langer bont te verkopen. Macy’s, Bloomingdale’s en Coach gingen het bedrijf in de Verenigde Staten al voor. 7   Nadat Los Angeles en San Francisco een verbod op de verkoop en import van bont instelden, volgde Californië als staat. Ook uit het Verenigd Koninkrijk komen nu geluiden om de import van bont na Brexit te verbieden. 8

Het draagvlak voor bont is in grote delen van de wereld tanende. Dit neemt niet weg dat bont nog op grote schaal wordt verwerkt in met name kleding. Daarbij komt dat veel mensen die bont kopen dat niet doorhebben, omdat zij ervan uitgaan dat het gaat om nep bont. Jarenlange bewustmaking en educatie heeft dus vooralsnog niet het gewenste effect gehad. Ook om deze redenen is een importverbod wenselijk.

EUROPESE REGELGEVING EN DE WERELDHANDELSORGANISATIE

Het vrij verkeer van goederen is geregeld in het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). De EU kent weliswaar een verbod op handelsmaatregelen, maar een maatregel die handelsbelemmerend is, kan wel gerechtvaardigd worden. De mogelijke uitzonderingen op het verbod zijn vervat in artikel 36 VWEU en de ‘rule of reason’.

‘RULE OF REASON’

Het EU-recht staat een verbod op de import van bont toe via de ‘rule of reason’. 9 In het betreffende arrest ((Hof van Justitie, zaak 120/78: Cassis de Dijon) en de daarop volgende rechtspraak heeft het Hof aangegeven dat een handels belemmerende maatregel met een beroep op de ‘rule of reason’ kan worden gerechtvaardigd indien het een niet-discriminatoire maatregel betreft, de maatregel niet-economisch van aard is en wordt voldaan aan eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit.

Het verbod op de import van en handel in bont zal geen onderscheid maken naar land van herkomst of producent en is derhalve aan te merken als niet-discriminatoir. Het verbod heeft de bescherming van dieren tegen een ethisch ongewenst gebruik door de mens als doel en is daarom niet-economisch van aard. De noodzaak van het verbod is gelegen in de steeds sterker wordende ethische en maatschappelijke overtuiging in Nederland dat dieren niet voor de productie van bont behoren te worden gebruikt. Ter bereiking van dit doel is het verbod proportioneel. Er is immers geen andere maatregel mogelijk waarmee op minder verstrekkende wijze hetzelfde effect zou kunnen worden bereikt.

Gelet op het bovenstaande zal een beroep op de ‘rule of reason’ naar alle waarschijnlijkheid slagen.

‘OPENBARE ZEDELIJKHEID’

Daarnaast biedt Artikel 36 VWEU de lidstaten de mogelijkheid om beperkende handelsmaatregelen vast te stellen wanneer dit wordt gerechtvaardigd door algemene, niet-economische overwegingen. Artikel 36 noemt een aantal belangen waarvoor de handel mag worden beperkt waaronder “de gezondheid en het leven van personen, dieren of planten” en de “bescherming van de openbare zedelijkheid”.

Dergelijke uitzonderingen op het algemene beginsel moeten strikt worden uitgelegd en nationale maatregelen mogen geen middel vormen tot willekeurige discriminatie of een verkapte beperking inhouden van de handel tussen de lidstaten. De maatregelen moeten ten slotte rechtstreeks verband houden met het algemeen belang dat moet worden beschermd, en mogen niet verder gaan dan nodig is (het evenredigheidsbeginsel).

Een import- en handelsverbod is niet discriminatoir. Het verbod zal namelijk geen onderscheid maken naar land van herkomst of producent. Het importverbod kan met een beroep op beide hiervoor genoemde belangen worden gerechtvaardigd. Dat de gezondheid van dieren gebaat is bij een importverbod is evident. Er zullen dan immers niet langer pelsdieren worden gehouden en gedood voor de Nederlandse markt. Het Gerechtshof Den Haag heeft reeds bepaald dat het Nederlandse verbod op het houden en doden van pelsdieren op grond van artikel 36 VWEU gerechtvaardigd is ter bescherming van de openbare zedelijkheid. 10 Evident is ook dat het verbod niet is ingegeven door een economisch belang. Er zijn binnenkort geen Nederlandse pelsdierhouderijen meer die garen kunnen spinnen bij een verbod op de import van en handel in bont. Tenslotte is een importverbod proportioneel omdat er geen andere maatregel is waarmee op minder verstrekkende wijze hetzelfde effect kan worden bereikt.

Uit de rechtspraak met betrekking tot de ‘openbare zedelijkheid’ volgt dat iedere lidstaat op basis van zijn eigen waarden en normen mag bepalen welke vereisten zij uit hoofde van de openbare zedelijkheid nodig oordeelt. (Hof van Justitie, zaak 34/79 en zaak C-23/89). Uiteraard moet zijn voldaan aan de eisen van non-discriminatie, noodzakelijkheid en proportionaliteit.

Dat het gewenste verbod in overeenstemming met EU-recht is blijkt ook uit het feit dat Frankrijk, Italië, België en Denemarken reeds lang geleden de import van en handel in katten- en hondenbont hebben verboden. 11 Inmiddels is er een Europees verbod. Denemarken zal als grote bontproducent echter niet meewerken aan een volledig verbod op de import van bont. Daarom roepen wij de Nederlandse wetgever op om in actie te komen.

WERELDHANDELSORGANISATIE (WTO)

Ook op grond van het WTO-verdrag is het implementeren van maatregelen die handels belemmerend kunnen werken, toegestaan in het geval dit strekt ter verwezenlijking van een legitiem doel, zoals bescherming van personen, flora, fauna, het milieu of consumentenbelangen. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ter bescherming van een legitiem doel, namelijk het beschermen van niet-gedomesticeerde dieren in gevangenschap en het vangen van wilde dieren, enkel en alleen voor de productie van een in Nederland maatschappelijk niet geaccepteerd productiedoel: bont.

Op 16 september 2009 stelde de Europese Unie (EU), mede op aandringen van Nederland, een verbod in op de handel in producten afkomstig van zeehondensoorten. Met het verbod werd tegemoet gekomen aan de kritiek bij het publiek en regeringen in verband met dierenwelzijn. Canada en Noorwegen, zelf grote ‘producenten’ van zeehondenbont, waren van oordeel dat dit verbod in strijd was met de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en startten een geschillenprocedure. 12

Het WTO-panel deed in oktober 2013 uitspraak. Het panel oordeelde dat het verbod op de import en de handel in zeehondenproducten is toegestaan voor de bescherming van, wat in WTO-termen, de “publieke moraal” wordt genoemd. Het verbod is niet strijdig met de WTO-regels en noodzakelijk ter verwezenlijking van het beoogde doel. Er zijn geen alternatieve, minder handelsbelemmerende maatregelen mogelijk.

Het begrip “publieke moraal” is goed vergelijkbaar met het Europeesrechtelijke begrip “openbare zedelijkheid”. De Europese Commissie beriep zich met name op de vele petities die opriepen tot het beter beschermen van dieren en het verbieden van de handel in zeehondenbond. 13 Canada en Noorwegen gingen in beroep. Op 22 mei 2014 bevestigde het Dispute Settlement Body (DSB) van het WTO dat hetdoel om het welzijn van zeehonden te beschermen zwaarder woog dan de handelsbelangen. 14

CONCLUSIE

Gelet op al het voorgaande, met name het pelsdierhouderijverbod, ligt een import- en handelsverbod voor bont in Nederland voor de hand. Als we de pelsdierhouderij als zijnde onethisch wettelijk verbieden, kunnen we niet tegelijkertijd bontproducten die op vergelijkbare onethische wijze elders zijn geproduceerd hier op de markt toelaten. Dit is in strijd met de geluiden uit de samenleving over dierenwelzijn en de publieke moraal.

Er is bovendien geen reden in eigen land niet uit te gaan van de eigen morele normen en waarden. Kijkend naar EU- en WTO-regelgeving en jurisprudentie is een verbod op import van bont ook haalbaar.