Bij klonen wordt in een laboratorium uit de cellen van bijvoorbeeld een koe embryo’s gemaakt, die worden ingebracht bij een draagmoederdier. De kloontechniek gaat gepaard met veel dierenleed. Vaak sterven de kalfjes nog voordat ze geboren worden. De kalfjes die wel levend geboren worden zijn meestal niet gezond. Ze zijn vaak abnormaal groot, waardoor een natuurlijke bevalling niet mogelijk is. Vaak hebben ze bovendien ernstige afwijkingen, zoals hart- en ademhalingsstoornissen, waardoor ze jong sterven.
In de veehouderij zal het klonen vooral gebruikt worden om op een snelle manier hoogproductieve ‘superdieren’ te kweken, zoals koeien die extra veel melk geven, en snel groeiende varkens. Maar deze ‘superdieren’ hebben juist vaak gezondheids- en welzijnsklachten. Zo schaadt het klonen niet alleen de draagmoeders en de kloondieren, maar ook hun nakomelingen. |
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten