Column: Moet ik wel boer worden?
Vleeskuikenhouder Bart Vosters uit Luyksgestel vraagt zich af of hij wel boer moet worden en of er nog wel een toekomst is voor zijn vleeskuikenbedrijf. Donderdag 26 september tijdens het Pluimvee Symposium Vlees las hij deze column voor.
Mijn naam is Bart Vosters, ik ben 24 jaar, mijn ouders hebben een gemengd bedrijf met vleeskuikens en melkkoeien. Ik ben gevraagd om kort iets te vertellen hoe ik als jonge, toekomstig, ondernemer kijk naar de toekomst die voor mij ligt. Dit wil ik graag met jullie delen.
Wij hebben thuis momenteel een bedrijf met 70.000 goed nest kippen, we zouden dat aantal graag uitbreiden naar 105.000 goed nest kippen. Qua dieraantallen neemt dan het aantal dieren qua vergunning op ons bedrijf niet toe. We zijn namelijk in 2012 begonnen met de aanvraag voor een vergunning voor een nieuwe vleeskuikenstal. Echter zijn door de jaren heen de regels voor vergunningverlening zo vaak veranderd dat we momenteel nog geen vergunning hebben. De aanvraag is al meer dan 5 keer veranderd en steeds worden er nieuwe regels bij gemaakt zodat het bijna onmogelijk lijkt om de vergunning te verkrijgen. Ik vraag me steeds meer en meer af of de nieuwe stal er ooit nog zal komen en of dat er wel toekomst is voor mij om later pluimveehouder in Nederland te worden.
Dan rijst bij mij ook de vraag of ik wel boer moet worden. Qua werk hebben we echt het mooiste werk wat er is, werken met dieren en zorgen voor hoogwaardig voedsel! Echter als beroepsgroep zijn we met een beperkt aantal en dat aantal heeft steeds minder te zeggen. De gemiddelde leeftijd van de agrariĆ«rs in Nederland loopt tegen de 60 aan en maken die zich nog druk wat de toekomst hun brengt of denken die bij hun zichzelf “het zal mijn tijd wel duren”. Meer dan de helft stopt in de toekomst dus waar blijft de waardering voor mensen zoals ons die de sector in stand houden en er voor zorgen dat er vlees in de winkels blijft liggen. Dat vlees waarvan we allen weten dat de dieren een goed leven hebben gehad en dagelijks van alle benodigde zorg zijn voorzien.
Verder loop ik er als jonge pluimveehouder steeds vaker tegen aan dat je in een hokje wordt geplaatst. Als mensen mij vragen wat ik in het dagelijks leven doe zeg ik liever dat ik melkveehouder ben dan dat ik zeg dat ik pluimveehouder ben. Dat is niet omdat ik me er voor schaam, maar dat is meer om de discussies die je dan moet voeren uit de weg te gaan. Want mensen hebben nog steeds het beeld voor zich van de Wakker Dier reclames waarbij ze de slechtste kip uit de stal hebben gepakt die door zijn poten is gegaan en die op zijn zij ligt te creperen. Je ziet het ook bij het mooie programma “Boer zoekt vrouw”, je ziet geen veehouders die meedoen uit de intensieve veehouderij. Nee, en dat is in mijn ogen omdat ze bang zijn voor commentaar. Terwijl dat iedereen die hier binnen zit weet dat dat niet zo is, dat we juist trots moeten zijn op wat we doen en wat voor kippen we grootbrengen want uiteindelijk hebben wij het beste stukje vlees van heel de wereld. Dus ik wil iedereen hier aanwezig uitdagen om gezamenlijk te zorgen voor een toekomst, ook voor mij als pluimveehouder. We hebben een prachtig vak, laten we dat koesteren.
Tekst: Bart Vosters
Beeld: Gerard Burgers
Geen opmerkingen:
Een reactie posten