JEAN-PIERRE GEELEN
Ze wil ‘altijd de mens blijven zien’, zei Carola Schouten afgelopen zondag in Zomergasten. Mooi streven. Maar misschien moet een minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ook naar de dieren kijken. Ze mag zelfs haar ogen niet sluiten voor het beest in de mens.
Als columnist koester ik mijn stokpaardjes. Toen ik zes weken geleden mijn vervangende dienstplicht op deze plek begon, was net voor de 23’ste keer in een paar weken tijd een coronabesmetting vastgesteld in de nertsenfokkerij. De branche bleek een brandhaard; alle reden om die bedrijfstak preventief te ruimen, ook omdat die in 2024 toch al het leven moet laten.
Foto: De Gelderlander
Foto: De Gelderlander
Het gebeurde niet. Inmiddels, een paar weken later, staat de teller op 36 (van de 128 fokkerijen).
Vrijdag meldde RTL Nieuws - een rubriek met opvallend oog voor dieren en de talloze misstanden in de veehouderij – dat deskundigen van Outbreak Management Team Zoönosen (OMT-Z) maar niet kunnen ontdekken waarom steeds maar nieuwe besmettingen opduiken op nertsenfokkerijen. Maatregelen als beschermende kleding helpen niet.
Dan kun je maar beter het zekere voor het onzekere nemen. Stoppen dus met een van de weinige bewezen besmettingshaarden. De bijvangst: het einde van een leedindustrie waarin miljoenen nertsen in te krappe gaaskooitjes worden gehouden om te worden vergast voor hun dure huid en de export naar China. Wat hier rest is stank als dank.
Foto: RTL Nieuws
Foto: RTL Nieuws
Enkele media lieten afgelopen tijd nertsenfokkers aan het woord, en terecht. Het maakte de zaak er alleen niet frisser op. Nieuwsuur sprak op tv een ‘geruimde’ fokker. Hij zat echt met het drama: ‘Als je ze in deze periode dood moet maken, dat is gewoon treurig. Dan hebben de dieren voor niets geleefd en hebben wij alles voor niks gedaan.’
Ook het AD ging op bezoek bij een fokker die net 40 duizend dieren had ‘geruimd’. ‘Verdwenen was hun constante kwetteren en piepen, weg hun indringende geur’, dichtte de verslaggever in een lyrische bui. Over de fokker noteerde hij: ‘Vooral het besef dat zijn levenswerk teniet is gedaan, grijpt hem aan’.
Een moordvak als levenswerk.
De fokker dacht dat hij zelf het virus zijn boerderij op had gebracht na twee dagen carnaval vieren. Schuldig voelde hij zich zeker, toen in een straal van 400 meter rond zijn bedrijf alles werd afgezet. ‘Mensen uit het dorp moesten daardoor soms flink omfietsen, heel vervelend.’
Nou. De fokker kreeg zijn geruimde dieren vergoed. Hij kocht er onmiddellijk 7500 nieuwe moedernertsen voor en 2000 reuen.
Wanhopig probeerde ik een mens te zien. Ik zag alleen maar geldwolven.
Het OMT-Z heeft een nieuw advies over de nertsfokkerij naar ministers Schouten en De Jonge gestuurd. Begin volgende week zullen zij besluiten over eventuele ruimingen. De brancheorganisatie NFE vindt dat alvast onnodig. ‘Ik zou geen argument kunnen bedenken om gezonde dieren op gezonde bedrijven te ruimen’, zei directeur Wim Verhagen tegen RTL.
Precies wat mij jaren ook al niet lukte. Kernachtiger kon de directeur de brute banaliteit van zijn branche niet illustreren.
Nee, met het opheffen van de nertsenfokkerij in Nederland is het leed niet de wereld uit. Hooguit verplaatst naar oostelijker gelegen landen waar de praktijken nog gruwelijker zullen zijn. Maar het gaat hier ook om het signaal. Een symbool. Een vaag teken van vooruitgang en beschaving. Je hoeft het alleen maar te zien.
En zo eindigt mijn vakantiebaantje zoals het begon: met het ondraaglijk lijden in een terminale branche, die tegen beter weten in overeind wordt gehouden. Wat een nertsvertoning.
Ik ben even omfietsen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten