Miljoenen dieren eindigen onder autobanden
In heel Europa sterven per jaar zo’n 194 miljoen vogels en 29 miljoen zoogdieren door wegverkeer. Dat heeft een team onderzoekers, onder leiding van het Centre for Environmental and Marine Studies (Cesam) in Lissabon, becijferd op basis van gegevens uit 24 landen.
Hun resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift Frontiers in Ecology and Environment. In totaal ging het om 423 vogelsoorten en 212 soorten zoogdieren. De meest aangereden dieren zijn de merel (met gemiddeld 11,94 dode exemplaren per kilometer snelweg per jaar) en de dwergvleermuis (1,76 per kilometer per jaar). De risico’s verschillen per land: de wegen in Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië zijn de dodelijkste voor dieren.
De dichtheid van het autowegennet in Europa behoort volgens de onderzoekers tot de hoogste ter wereld. In 50 procent van Europa ligt binnen een afstand van anderhalve kilometer een verharde weg of een spoorlijn. In sommige gevallen leidt dat zelfs tot het geheel verdwijnen van diersoorten. Zo worden bij de vogels de hazelhoenen het meest bedreigd door aanrijdingen. Onder de zoogdieren zijn aanrijdingen het meest desastreus voor de roodbruine eekhoorn.
De gebieden met de hoogste concentraties aan kwetsbare vogelsoorten zijn volgens het onderzoek Spanje en Portugal, de Balkan en Oost-Europese landen. De kwetsbaarste zoogdieren zijn geconcentreerd in Noord-Spanje, Italië, Oostenrijk en de Balkan.
Volgens de internationale onderzoekers biedt de studie handvatten voor een nieuwe kijk op beschermende maatregelen. Vaak zijn die gericht op de dieren waarvan er het meest dood langs de weg worden gevonden, maar dat zijn niet automatisch de soorten die het sterkst bedreigd worden in hun voortbestaan. Maatregelen zouden meer op die laatste categorie gericht kunnen worden, stelt het onderzoeksteam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten