In 2020 hadden tot nu toe al 110 miljoen dieren last van hittestress. Dit blijkt uit een schatting van Wakker Dier, dat het aantal dagen bijhoudt waarop dieren in de vee-industrie hittestress vreselijk lijdenkunnen krijgen. “De cijfers tonen de immense omvang van het leed. Een Nationaal Hitteplan voor deze dieren is bittere noodzaak,” aldus Anne Hilhorst van de dierenwelzijnsorganisatie.
Heetste provincies
De provincies met het meeste vee hebben ook de meeste hittedagen. In Noord-Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel lopen temperatuur en luchtvochtigheid het vaakst op. Alleen al in Noord-Brabant hadden dit jaar 32 miljoen dieren waarschijnlijk last van hittestress. In Limburg, Gelderland en Overijssel waren dit respectievelijk 19, 18 en 11 miljoen dieren.
Nationaal Hitteplan
Wakker Dier wil dat minister Schouten een Nationaal Hitteplan voor Dieren maakt en ingrijpt om ernstig dierenleed door hittestress te voorkomen. Onlangs introduceerde de minister een hitteplan voor diertransport, maar de eisen zijn te slap om het welzijn van dieren substantieel te verbeteren. Om hittestress in stal of weide te voorkomen, heeft de overheid nog geen enkele maatregel genomen.
Er zijn twee baby orang-oetans geboren in het natuurbeschermingscentrum in Ketapang op West-Borneo in Indonesië. De twee moeders hebben hier een rehabilitatie ondergaan. De vrouwtjes behoren tot de groep van 46 orang-oetans die sinds maart 2016 zijn vrijgelaten in het nationale park.
Het rehabilitatieprogramma voor orang-oetans op Borneo wordt beheerd door het International Animal Rescue Indonesia (IAR), in samenwerking met het centrum van Bukit Baka Bukit Raya National Park (BTNBBBR) en Natural Resources Conservation Agency (BKSDA).
Surya en Dara
De eerste baby is van het vrouwtje Shila, zij bracht een mannetje ter wereld. Hij kreeg de naam Surya (wat ‘zon’ betekent in het Sanskrit) van minister van Milieu en Bosbouw, Siti Nurbaya. Shila is tien jaar oud en werd op 9 juni 2017 vrijgelaten in het nationale park. Zij was slachtoffer van de illegale handel in wilde dieren op West-Borneo en heeft meer dan 2,5 jaar in rehabilitatie gezeten voordat ze werd vrijgelaten. Sinds haar vrijlating werd Shila goed in de gaten gehouden. Ze werd voor het eerst gezien met haar jong, enkele dagen na zijn geboorte. De tweede baby is van Desi, een vrouwtje van twaalf jaar oud. Zij werd op 26 november 2016 vrijgelaten. Ook dit jong is een mannetje, die de naam Dara kreeg van de minister.
De moeders met hun baby’s worden goed in de gaten gehouden. Er zijn altijd dierenartsen in de buurt en samen met het monitoringsteam worden de dieren geobserveerd, zonder dat ze teveel worden gestoord. Ze zijn allemaal gezond en gaan goed met elkaar om. De vrouwtjes tonen grote genegenheid en moedergedrag naar hun kleintjes.
Succesvol programma
De geboorte van de orang-oetans geeft hoop voor de toekomst. Dit is het bewijs dat het rehabilitatieprogramma voor orang-oetans succesvol is. Tijdens het programma worden de dieren gered, gerehabiliteerd, vrijgelaten en daarna door monitoring in de gaten gehouden. Shila en Desi zijn een goed voorbeeld dat de dieren kunnen herstellen van gevangenschap en zich weer aan kunnen passen aan hun natuurlijke omgeving. Het is daarnaast ook bijzonder omdat er nu een nieuwe generatie is geboren op een plek waar de orang-oetans voorheen niet leefden. Directeur van het IAR, Karmele L. Sanchez:
“Dit is niet het gelukkige einde, maar het is een nieuw begin. De start van een nieuwe generatie wilde orang-oetans in het gebied van Bukit Baka Bukit Raya National Park. Tot nu toe hebben we 46 orang-oetans vrijgelaten en de aantallen zullen zeker blijven groeien als de dieren in ons centrum kunnen rehabiliteren. Wij zijn blij dat we niet alleen een tweede kans kunnen geven aan de apen die als huisdier zijn gehouden, maar hen ook de kans kunnen geven om moeder te worden. Zo kunnen zij vrij in hun natuurlijke omgeving leven en ook de ecologie ondersteunen en beschermen.”
Volgens de directeur-generaal van het behoud van natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen (KSDAE) van het ministerie van Milieu en Bosbouw, Wiratno, neemt de betrokkenheid en het bewustzijn van de lokale gemeenschap toe. Wiratno:
“We realiseren ons dat we samen moeten werken met lokale overheden, ministeries, instellingen, gemeenschappen en bedrijven.”
Ze volgt hiermee het goede voorbeeld van verschillende Duitse deelstaten. Het gaat om transporten waarbij dieren over de maximale reistijd vervoerd worden en daarom onderweg 24 uur moeten stoppen – zodat de dieren kunnen rusten, eten en drinken.
Organisaties die actief zijn in het veld, zoals Eyes on Animals, hebben een belangrijk aandeel gehad in deze beslissing. Zij volgden vele veetransporten, legden vast dat 24 uurs rustplaatsen vaak niet werden bezocht of zelfs helemaal afwezig waren en schreven hierover lange rapporten en brieven aan de autoriteiten. Deze bevindingen hebben de autoriteiten gesterkt in hun beslissing om de export naar landen buiten de EU, ondanks druk van grote lobbyorganisaties, niet meer toe te staan.
Eyes on Animals is ontzettend blij met deze moedige beslissing. Nu ligt de bal bij de overige EU landen; zij moeten het goede voorbeeld gaan volgen. Met name Denemarken, Tsjechië en Frankrijk die een belangrijke rol spelen in de wereldwijde handel van dieren.
Geen rustplaatsen
De reden dat de Nederlandse en Duitse autoriteiten geen veetransporten meer toestaan naar landen buiten de EU, is dat ze voldoende bewijs hebben verzameld dat deze landen vaak geen of onvoldoende rustplaatsen hebben. Hoewel transporteurs op papier claimen dat ze hun dieren in bijvoorbeeld Rusland of Turkije uitladen voor 24 uur rust, eten en drinken – blijven de dieren in werkelijkheid al die tijd in de truck. Sterker nog: de rustplaatsen die worden opgegeven bestaan in werkelijkheid vaak niet eens.
Wat we zoals tegenkomen tijdens onze inspecties langs de grenzen van Europa:
Veewagens met dieren uit Europa staan vast in de sneeuw in Rusland. Het watersysteem is bevroren, de dieren kunnen niet drinken.
Vervuilde en dus onbruikbare drinksystemen op een vrachtwagen met dieren onderweg van Tsjechië naar Oost-Turkije.
Deze stier bezwijkt bijna door de hitte en het gebrek aan water tijdens een veel te lange reis van de EU naar Turkije.
Deze stier is volledig ingestort en drinkt wanhopig uit de fles van een van onze inspecteurs. Hij zat veel langer dan toegestaan in een Nederlandse veewagen, op weg naar een slachterij in Turkije.
De rol van Eyes on Animals
Tien jaar geleden heb ik Eyes on Animals opgericht. Ik wilde actief zijn daar waar de dieren waren; in slachterijen, op verzamel- en rustplaatsen en tijdens transport. Dan pas weten we wat er écht met ze gebeurt. Want op papier wordt er vaak een eenzijdig beeld geschetst; óf heel positief óf juist heel negatief. Door met de mensen uit de sector te praten en de omstandigheden van de dieren te documenteren, kwamen we erachter wat daadwerkelijk de problemen waren én wat er nodig is om ze op te lossen.
Onze dank gaat uit naar andere inspectieorganisaties, zoals Animal Welfare Foundation, Animals’ Angels en Animals International die samen met ons transporten volgden en overtredingen vastlegden. En naar CIWF, die ons hielp met het maken van video’s en het schrijven van brieven aan de autoriteiten. Ook zijn we blij met Eurogroup for Animals die het onderwerp continu op de politieke agenda bracht.
Een combinatie van inspectie- en campagnewerk heeft ervoor gezorgd dat de autoriteiten de goede en juiste beslissing hebben genomen voor de dieren!
Het verbeteren van dierenwelzijn vergt ontzettend veel werk, doorzettingsvermogen en een lange adem. Dankzij jullie aanhoudende steun konden we bij de dieren zijn en overtredingen aan het licht brengen. Bedankt!
De Sint-Bernardshond staat bekend als reddingshond voor mensen in nood in de bergen. Maar hond Daisy besloot de rollen zondag even om te draaien. Tijdens een tocht op de hoogste berg van Groot-Brittannië kreeg ze pijn en moest ze naar beneden worden getild.
Omdat Sint-Bernardshonden supergoed kunnen ruiken en een goed richtingsgevoel hebben, gingen de dieren er vroeger vaak op uit in de bergen om mensen in nood te redden. Tegenwoordig worden daar honden met een betere conditie voor ingezet, maar de grote bruin-witte viervoeters staan nog steeds bekend als stoere reddingshonden.
Rollen omgedraaid
Toch waren de rollen zondag even omgedraaid. Hond Daisy maakte een tocht over Scafell Pike, de hoogste bergtop van Groot-Brittannië. Maar Daisy weegt 55 kilo en kreeg pijn aan haar achterpoten tijdens de wandeling. Daarom besloot ze om niet meer verder te lopen. Haar baasjes schakelden een groep reddingswerkers in, die meteen naar boven kwamen om de hond te redden.
Het perfecte slachtoffer
Omdat de reddingswerkers zelf ook huisdieren hebben, wilden ze allemaal graag helpen. Daisy kreeg pijnstillers en werd op een brancard getild. 'We moesten een paar aanpassingen doen om de brancard hondvriendelijk te maken', vertelt een woordvoerder aan de Britse krant The Guardian. Daarna werkte Daisy goed mee: 'Ze was het perfecte slachtoffer en legde zich gauw neer bij de situatie, met haar kin op de brancard.' De tekst gaat verder na de foto.
Foto: Wasdale Mountain Rescue Team
Grappen
De zestien reddingswerkers deden in totaal vijf uur over de reddingsactie. De mannen en vrouwen wisselden het tillen af tijdens de tocht naar beneden. Ondertussen bleven ze grappen maken over de bijzondere situatie. 'Daisy voelt zich vast schuldig dat ze de reputatie van Sint-Bernards niet hoog kon houden,' grapte de woordvoerder bijvoorbeeld.
Wie van ons herinnert zich Dumbo niet? Tranen met tuiten vergieten de meeste kinderen als Dumbo van zijn moeder gescheiden wordt en alleen in een hokje moet verblijven. Voor veel circusdieren is dit echter de realiteit. Daarom is het goed nieuws dat Wales vorige week een wet aannam waarbij het gebruik van exotische en wilde dieren voor optredens van reizende circussen verboden wordt. Deze wet zal vanaf 1 december 2020 gelden. Wales is hiermee het laatste land in Groot-Brittannië en het 47e land ter wereld dat dit verbod invoert. In Nederland is dit verbod in 2015 van start gegaan.
Dierenmisbruik in het circus
De discussie rondom het welzijn van circusdieren leeft al lange tijd. Niet alleen door de toenemende bewustwording van de emotionele capaciteiten van dieren. Ook is er ondertussen een overvloed aan bewijs beschikbaar waardoor het niet meer ontkend kan worden dat dieren in circussen gedwongen worden onder erbarmelijke omstandigheden te leven. Onder andere Animal Defenders international (ADI) heeft de mishandeling van circusdieren binnen meerdere circussen onder de aandacht gebracht door middel van undercoverbeelden. Hierdoor kwamen de verschrikkelijke levensomstandigheden van de dieren, de stress die ze ervaren in een circus en de vreselijke afranselingen aan het licht.
Training
De manier waarop de dieren geleerd wordt kunstjes te doen is onverdedigbaar. Kunstjes worden op jonge leeftijd aangeleerd, waarbij over het algemeen verstaan wordt dat de dieren eerst ‘gebroken’ moeten worden. Zo worden jonge olifanten herhaaldelijk geslagen met een bullhook, een scherpe metalen stang, totdat ze meegaand genoeg zijn om orders op te volgen. Berenwelpen wordt geleerd om langdurig op hun achterpoten te balanceren door ze aan een ketting te leggen die niet tot aan de grond reikt. Als de welpen dan op vier poten proberen te staan sluiten ze hun eigen luchttoevoer af en lopen ze het gevaar zichzelf op te hangen. Dit toont onderzoek van PETA aan.
Verblijf
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de trainingen van de circusdieren slechts een kort deel van de dag worden gegeven. De rest van de tijd zitten ze (vaak alleen) opgesloten in te kleine, kale kooien of zijn ze vastgeketend zonder enige bewegingsruimte. Wanneer een dier in enige vorm van gevangenschap leeft is de bewegingsvrijheid altijd beperkter dan voor dieren die in het wild leven. Echter, zelfs vergeleken met de verblijven in de dierentuin zijn die in het circus ver onder de minimumstandaard. De vaste verblijven van circusdieren bedragen slechts 8,2% van de minimaal vereiste ruimte in een dierentuin, terwijl dit bij de vervoers wagons slechts 4,2% bedraagt.
Sociaal welzijn
Circusdieren verblijven vrijwel altijd alleen in hun verblijven, wat de sociale ontwikkeling van de dieren nagenoeg compleet remt. Ook wordt het sociale leven wat ze wel kunnen opbouwen vaak verstoord omdat circussen vaak onderling handelen met de dieren en liever volwassen dieren verkrijgen dan ze zelf te fokken. Dit is namelijk erg lastig met wilde dieren en weinig ruimte. Zowel jonge als volwassen dieren kunnen dus verscheidene keren van circus veranderen, waardoor ze telkens weggehaald worden van hun vertrouwde omgeving. Dit kan een enorme stressfactor vormen voor hoog-sociale diersoorten zoals olifanten, en negatieve gevolgen hebben voor hun welzijn. Zoals gezegd, we kennen allemaal Dumbo toch nog wel?
Één schepje erbovenop
Het welzijn van dieren wordt op de proef gesteld in elke vorm van gevangenschap, maar circussen in het bijzonder zijn niet in staat de dieren te voorzien van de minimale voeding, ruimtelijke en sociale behoeften. Het vermogen van de dieren om zich natuurlijk te gedragen wordt compleet weggenomen. Zowel de mentale als fysieke gesteldheid van het dier lijdt hieronder.
Alhoewel het een overwinning is dat Wales de wet aannam zou deze nog een stuk verder mogen gaan. Ook gedomesticeerde dieren horen namelijk niet in het circus thuis. Daarom zou het bezit van dieren door een circus in het algeheel verboden moeten worden. Niet alleen in het reizende circus en niet alleen voor wilde dieren, maar dat is dan de volgende stap.
Dat de toekomst van de ijsbeer er niet rooskleurig uitziet, daarover waren de wetenschappers het al eens. Maar nu is voor het eerst wetenschappelijk onderbouwd hoe, waar en wanneer dat proces zich gaat voltrekken. Met de huidige opwarming van de aarde zullen alle ijsbeerpopulaties ter wereld al in 2040 moeite krijgen zich voort te planten, en dat betekent dat de soort aan het eind van de eeuw vrijwel geheel verdwenen is.
Canadees-Amerikaanse studie
20 juli verscheen in Nature Climate Change een studie waarbij de overlevingskansen van ijsberen in twee scenario’s is berekend. In het eerste scenario verandert er niets aan de uitstoot van broeikasgassen, en zal de ijsbeer in 2100 vrijwel geheel verdwijnen. In het twee scenario worden maatregelen getroffen ter vermindering van de uitstoot, en wordt het proces vertraagd. IJsberen krijgen dan ‘pas’ vanaf 2080 moeite met de voortplanting. Intussen zullen sowieso meer – met name jonge – ijsberen verhongeren, omdat ze door afname van hun jachtgebied minder makkelijk voedsel kunnen vinden.
Onderzoekers uit Canada en de Verenigde Staten analyseerden data over vetreserves, lichaamsgewicht en – lengte van ijsberen, en legden de resultaten naast de twee scenario’s voor wat betreft klimaatvoorspellingen en de daarin voorziene ijsvrije periodes. Zo kwamen zij tot de sombere conclusies.
Discussie op social media
Op social media wordt druk gediscussieerd over de vraag of dit wel klopt, en zo ja, of dat erg is. We kunnen toch best zonder ijsberen, en het aantal is toch juist toegenomen? Wat is het probleem? Het is inderdaad niet makkelijk om de dieren met hun reislust, solitaire levensstijl en perfecte schutkleur te tellen. De beste schattingen melden dat er nu tussen de 21 en 30.000 dieren leven, verdeeld over 19 afzonderlijke deelpopulaties in vijf landen. Het is waarschijnlijk dat dit aantal de laatste 20 jaar redelijk stabiel is gebleven, na een lage stand in de jaren 60, toen de commerciële jacht op ijsberen verboden werd. Los van deze discussie is de toekomst zeker: zonder ijs kan de ijsbeer niet voortbestaan. De verschenen studie toont met zekerheid aan dat de ijsbeer in ernstige problemen verkeert.
Is er nog iets tegen te doen?
De wetenschappers achter het rapport en experts van bijvoorbeeld het Wereld Natuur Fonds roepen op tot maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, zodat het poolijs kan worden behouden. Maar er zijn meer bedreigingen voor de ijsbeer, zoals de afname van het aantal zeehonden, jacht, verstoring voor olie- en gaswinning, vervuiling, toerisme en confrontaties met mensen, ziektes en parasieten.
Afhankelijk van zee-ijs
IJsberen eten voornamelijk zeehonden die in de winter onder het poolijs zwemmen. De ijsbeer jaagt op hen door gaten in het ijs te maken. In de zomer verblijven ze op het land en eten niet of nauwelijks, op sommige plekken zijn ganzen of eieren te vinden. IJsberen kunnen lang vasten, een mannetje kan tot 200 dagen zonder eten, een (kinderloos) vrouwtje zelfs tot 250 dagen. Jonge ijsberen zijn kwetsbaarder, zij merken al na 65 dagen dat de voeding via hun moeder afneemt. Met de opwarming van de aarde en het permanent smelten van veel ijsgebied, duurt de vastenperiode langer dan normaal. Voor sommigen duurt dat te lang, zij verhongeren.
De degenkrab bestaat al meer dan 400 miljoen jaar maar is door de klimaatverandering en decennialang gebruik in dierproeven een ernstig bedreigde diersoort geworden. Het bloed van degenkrabben wordt standaard gebruikt bij de veiligheidscontrole van vaccins maar door de race naar een coronavaccin is de vraag naar hun bloed nu groter dan ooit. Het ergste is dat er een proefdiervrij alternatief voor het krabbenbloed bestaat dat zelfs beter werkt en waarmee er dus geen sprake is van noodzakelijk kwaad ten goede van de mens.
Zal de mens in een roekeloze zoektocht naar een coronavaccin één van de oudste diersoorten weten uit te roeien?
DEGENKRABBEN DECENNIALANG MISBRUIKT VOOR VACCINS
Dat degenkrabben voor de kwaliteitscontrole van vaccins gebruikt worden is misschien niet algemeen geweten, maar het is allerminst nieuw(s). Dierproeven zijn in sommige gevallen wettelijk verplicht. Geneesmiddelen die in de bloedbaan moeten worden ingespoten, zoals vaccins, moeten heel zuiver zijn. Een besmetting met bacteriën, schimmels, gisten of resten ervan, kan bij de patiënt een hevige koortsrespons of ontstekingsreactie veroorzaken, mogelijk zelfs met de dood tot gevolg. Daarom is een strikte kwaliteitscontrole verplicht voor geneesmiddelen die worden ingespoten: van elk 'vat' van het product moet een staal worden gecontroleerd op de aanwezigheid van stoffen die zo'n erge ontsteking kunnen opwekken, pyrogenen genaamd. Het woord “pyrogeen” komt uit het Grieks en betekend letterlijk “koorts veroorzakend”. Besmetting met koorts veroorzakende stoffen kan in ze ook symptomen veroorzaken van ontsteking, shock, orgaan falen tot de dood.
Het bloed van de degenkrab wordt gebruikt om de zuiverheid van vaccins te testen. Dit komt omdat componenten van het bloed van de dieren bijzonder sterk reageren als ze in contact komen met eventuele endotoxinen - de materialen van ziekteverwekkende bacteriën. Het resultaat is een stolsel. Als wetenschappers het bloed van de degenkrab aan hun vaccins toevoegen en een stolsel zien, betekent dit dat het vaccin niet veilig is om bij de mens te injecteren.
Onderzoekers over de hele wereld ontwikkelen momenteel meer dan 155 vaccins tegen het coronavirus en 23 vaccins worden reeds bij de mens getest.2 Door de golf van vaccinatietests in de race om een effectief en veilig coronavaccin te ontwikkelen is de vraag vanuit farmaceutische bedrijven voor het blauwe bloed van de degenkrab nog veel hoger dan anders.
Jaarlijks worden een half miljoen degenkrabben uit de zee gevangen en in farmaceutische laboratoria op machines aangesloten die hun bloed aftappen.3 Zo goed als alle farmaceutische bedrijven in de wereld zijn afhankelijk van het bloed van deze krabben. In het labo blijven ze 24 tot 72 uur achter elkaar bij volle bewustzijn aan zo’n machine gekoppeld terwijl 30% van hun bloed in flessen wordt opgevangen.4 Daarna worden ze teruggezet in zee.
DEGENKRABBEN STERVEN VOOR DE PRODUCTIE VAN VACCINS
De farmaceutische handel beweert dat bijna alle degenkrabben ongedeerd zijn door de methode, maar een gemiddelde van 13% van de uitgebloede krabben wordt verkocht als aas voor de visserij.5 Tijdens het proces sterft 10 tot 30% van de dieren. Het blijkt ook dat vrouwelijke degenkrabben die na het uitbloeden terug in de zee gegooid worden een veel kleinere kans hebben om zich achteraf nog te kunnen voortplanten. Dit zorgt ervoor dat de bedreigde dierensoort nog een stapje dichter bij het uitsterven komt. De farmaceutische bedrijven vinden dat deze acties vergelijkbaar zijn met het geven van bloed door mensen. Maar het is dus toch niet helemaal hetzelfde.
In 1990 schatten biologen het aantal Atlantische degenkrabben dat in de Delaware Bay kwam paaien nog op 1,24 miljoen.6 Maar de baai is een belangrijk vangstgebied voor de farmaceutische bedrijven en in 2002 was het aantal Atlantische degenkrabben in het gebied gedaald naar 333.500. In de laatste jaren is hun aantal ongeveer hetzelfde gebleven, zoals blijkt uit een onderzoek in 2019, waarbij de populatie werd geschat op 335.211 exemplaren. (In 2020 werd de telling van degenkrabben wegens de coronapandemie afgelast.)
Een levend fossiel, zo wordt de degenkrab wel eens genoemd. En terecht want de degenkrabben bestaan al zo’n 400 miljoen jaar, zij waren er al 200 miljoen jaar voordat de dinosauriërs op aarde rondliepen.7 Het dier overleefde vijf massa-extincties, waarvan er één 95 procent van alle mariene soorten doodde maar het blijkt niet opgewassen tegen de mens. Al twee decennia lopen de aantallen in heel de wereld drastisch terug. In sommige regio's komt dat door de klimaatverandering, in andere door bloedafnames voor medisch gebruik in dierproeven. 8
Degenkrabben vervullen een belangrijke ecologische rol. Hun gladde, brede schalen bieden de perfecte ondergrond voor vele andere mariene organismen, zoals mosselen, zeepokken en oesters, om van te leven. Degenkrabben leggen hun eieren af langs zandstranden. Hun eieren leveren een belangrijke voedselbron voor migrerende kustvogels, en de jongeren en volwassenen worden opgegeten door zeeschildpadden.
Het bloed van degenkrabben wordt afgetapt
Full size
ochmuth gaf een presentatie op het jaarlijkse Eurotox congres
Het bloed van degenkrabben wordt afgetapt
Konijnen zitten tijdens de dierproef vast in een plastiek buis