TE korte poten, TE veel rimpels.......
Raszuivere honden zijn een garantie voor ellende. Hans Baaij, columnist en directeur bij stichting Dier&Recht, schetst de problematiek in dit eerste deel over rashonden.
Erfelijke aandoeningen, zoals primaire epilepsie, heupdysplasie en een te smalle luchtpijp, vormen al decennia een groot probleem bij rashonden. Dat geldt ook voor rashonden met een stamboom. Even lang heeft de rashondenwereld dit probleem vrijwel genegeerd. De Raad van Beheer voor de Kynologie (de koepelorganisatie van rashondenfokkers) slaagt er telkens weer in om met nieuwe plannen te komen en daardoor daadwerkelijke maatregelen te voorkomen (zie
hier een overzicht van de plannen sinds 1988). De Raad van Beheer is voor zijn inkomsten voor een zeer groot deel afhankelijk van de inkomsten uit stambomen van raszuivere honden. Vandaar.
Is dit nog een hond?
Afgelopen november presenteerde de Raad van Beheer weer een nieuw plan en wel met de originele naam ‘
Fairfok’. De staatssecretaris nam het plan in ontvangst. De geneticus Ed Gubbels sprak over volksverlakkerij, een dierenarts maakt bij
RTL het plan met de grond gelijk. Professor Rothuizen van de Universiteit Utrecht is daarentegen van mening dat Fairfok zeker gaat werken. In een interview (Volkskrant 3-7-2014) stelt hij dat 15 tot 20 miljoen euro nodig is om onderzoek te doen naar de 500 meest voorkomende aandoeningen.
‘EEN TE PLATTE SNUIT WAARDOOR DIEREN GEEN ADEM KUNNEN KRIJGEN, EEN TE KLEINE SCHEDEL WAARDOOR DE HOND PERMANENT HOOFDPIJN HEEFT’
Vanzelfsprekend is de faculteit de aangewezen organisatie om dit onderzoek te verrichten. Een onderzoek dat volgens Gubbels vele decennia kan gaan duren, zonder enige garantie op succes. Ondertussen blijft het fokken van zieke rashonden dus gewoon doorgaan.
Zieke hondenrassen door doorfokken op extreem uiterlijk
Staatssecretaris Bleker zei het al, ‘hondenfokkers zijn van God los’. Honden die in de ogen van sommige fokkers mooi zijn, zijn vaak alleen al door hun uiterlijk gedegenereerd en niet in staat tot een normaal hondenleven.
Te denken valt hierbij aan een te platte snuit waardoor dieren geen adem kunnen krijgen, een schedel die te klein is waardoor de hond permanent hoofdpijn heeft, een te grote kop waardoor de dieren alleen kunstmatig kunnen bevallen, enzovoort. Desalniettemin passen de Raad van Beheer en de rashondenverenigingen de rasstandaard (de voorschriften voor het uiterlijk waar rashonden aan moeten voldoen bij hondenshows) nauwelijks aan.
Behoud historisch ras vaak schijnargument
Dat fokkers met alle geweld een hondenras in stand willen houden met een beroep op traditie c.q. historische waarde van een ras, is bepaald onlogisch. Veel hondenrassen lijken nauwelijks nog op de oorspronkelijke hond, zoals dat het geval is bij de Cavalier King Charles Spaniël. Dit ras was in de 17e eeuw een hond met poten van een normale lengte en een normale snuit.
Afbeelding 1: King Charles II met zijn favoriete spaniëls (17e eeuw)
Afbeelding 2: Koningin Victoria met haar Cavalier in 1837 (19e eeuw)
De huidige Cavalier heeft vrijwel geen neus, uitpuilende ogen, een te kleine schedel en korte pootjes en is een gedegenereerde versie van de oorspronkelijke hond.
Foto: Een Cavalier in de 21e eeuw
Gezondheidsproblemen bij de Cavalier King Charles Spaniël:
- 95% van de honden heeft chiari malformatie (CM) (een te kleine schedel).
- 50% heeft het volledige beeld van chiari malformatie en syringomyelie (CM/SM) met als symptomen chronische pijn en/of epilepsie. De ziekte wordt bij mensen gezien als één van de pijnlijkste die er bestaan (maar komt bij mensen gelukkig zeer zelden voor)
- 40% heeft een hartprobleem (100% op de leeftijd van 10 jaar en ouder). 52% sterft aan deze hartproblematiek;
- 20-30% heeft chronische knieproblemen (patellaluxatie);
- 30% heeft last van chronische oogaandoeningen;
- 40% heeft een oorziekte (PSOM) die alleen bij Cavaliers voorkomt;
- 10 % (minstens) heeft heupdysplasie.
- Enzovoort, enzovoort.
Bij de Cavalier zijn 28
erfelijke aandoeningen bekend.
Indien deze percentages doorberekend worden, dan is de kans op een gezonde hond minder dan 10 procent. Voor Cavaliers op de leeftijd van tien jaar is misschien nog maar 1 procent nog gezond.
Op bovenstaande afbeeldingen is de recente verandering van de schedel van de Engelse Bulldog te zien, waardoor de luchtwegen in het gedrang zijn gekomen en de hond last heeft van een ernstige onderbeet. Honden met dit soort schedels winnen de meeste prijzen op hondenshows.
In een BBC documentaire over Crufts, de grootste hondenshow ter wereld, is te zien dat de winnaar van 2009, een geheel met haar bedekte hond waar alleen het neusje nog uitstak, naar het podium gedragen moest worden en daar op ijs gezet werd, uit angst dat de prijswinnaar zou bezwijken.
Inteelt
Oorzaak nummer twee voor erfelijke gebreken is inteelt. De eerder besproken Cavalier is afkomstig van twee dekreuen uit de jaren dertig. Ook daarna is er veelvuldig met vader/dochter en broer/zus combinaties gefokt. Pas recent heeft de Raad van Beheer deze combinaties verboden, maar neef/nicht mag nog altijd.
er worden onbeperkt stambomen verstrekt aan dekreuen die tientallen, zo niet honderden afstammelingen hebben en de populatie nog verder verzieken
Ook worden onbeperkt stambomen verstrekt aan dekreuen die tientallen, zo niet honderden afstammelingen hebben en de populatie nog verder verzieken. Volgens een rapport van De Boer (Universiteit Utrecht 2010) wordt minder dan 7 procent van de populatie rashonden ingezet voor het fokken. De toch al veel te kleine, door inteelt geteisterde populatie, wordt daardoor nog zieker.
Engels onderzoek bij de Welsh Terrier, een hond die op de RashondenWijzer gemiddeld scoort, geeft het hondenras een inteeltcoëfficiënt van 14 procent. De gemiddelde verwantschap bij Welsh Terriërs ligt daarmee boven de verwantschap van grootvader/kleindochter of dubbel neef-nicht. Door die verwantschap zijn genetische afwijkingen en erfelijke gebreken vrijwel onvermijdelijk.
Nieuwe RashondenWijzer
De problematiek van de raszuivere, zieke honden is sinds 2010, door toedoen van Stichting Dier&Recht, op de kaart komen te staan (zie het overzicht van de
media waar Dier&Recht aan heeft bijgedragen). Een belangrijk hulpmiddel bij de voorlichting aan de consument is de RashondenWijzer. De RashondenWijzer heeft sinds de lancering in 2011 meer dan één miljoen bezoekers getrokken.
Sinds maandag 9-2-2015 is er een nieuwe
RashondenWijzer met een overzicht van circa 250 erfelijke aandoeningen bij bijna 100 hondenrassen. De conclusie is dat de meeste hondenrassen zich in deplorabele staat bevinden. Bij een gemiddeld hondenras komen 19 erfelijke aandoeningen voor.
Kortsnuitige honden, zoals de Franse Bulldog, Boxer en Mopshond, scoren het slechtst. Ze hebben ademhalingsproblemen en kunnen alleen via een keizersnede geboren worden. Ook populaire rassen, zoals de Labrador Retriever, Golden Retriever en Berner Sennenhond, doen het heel slecht. Een veterinair internist zei mij dat hij er standaard van uitgaat dat een Berner Sennenhond met een leeftijd van vier jaar of ouder kanker heeft.
Top tien ongezondste hondenrassen in de nieuwe RashondenWijzer
De RashondenWijzer is gebaseerd op meer dan 170 wetenschappelijke publicaties, op een enquête ingevuld door 147 dierenartsen en op een enquête ingevuld door meer dan 2000 hondenbezitters en is gecontroleerd door een panel van vier dierenartsen.
****
Hans Baaij is directeur bij de stichtingen Varkens in Nood en Dier&Recht. Dit artikel is de eerste in een serie. In volgende artikelen wordt verder ingegaan op de problematiek bij rashonden.
Het is tijd om in actie te komen. In een wereld waar alles om geld draait, kunnen we alleen samen het verschil maken