Misschien heb je er wel eens aan gedacht om een ex-proefdier te adopteren. Dat kan. In Nederland zijn verschillende proefdierinstellingen die hun dieren ter adoptie aanbieden. Het gaat dan met name om honden. Ervaringen zijn bijna altijd positief, maar bezint eer ge begint. 
In het kort:
  • Adoptie in Nederland loopt hoofdzakelijk via Stichting Hulp bij Herplaatsing van Huisdieren (SHHH)  www.shhh.nl
  • SHHH bestaat bijna 20 jaar en heeft ongeveer 1000 honden bemiddeld
  • Ervaringen met adoptie zijn veelal positief, mede dankzij een uitgekiend selectieproces
  • Angst en zindelijkheid voornaamste verschillen met gewoon huisdier
  • Geduld bij nieuwe baas is een belangrijke voorwaarde voor succes

Stichting Hulp bij Herplaatsing Huisdieren

Iedereen die een ex-proefdier wil adopteren komt terecht bij de Stichting Hulp bij Herplaatsing van Huisdieren (SHHH). Deze Friese stichting bemiddelt als enige in Nederland tussen instellingen die dierproeven doen, zogenaamde vergunninghouders, en particulieren. De stichting bemiddelt voor drie vergunninghouders en is in gesprek met een vierde.


Met welke vergunninghouders SHHH contact heeft en wat er met de honden is gebeurd, wordt door de stichting niet naar buiten gebracht. “Instellingen zijn nogal terughoudend. Bang voor negatieve reacties als bekend wordt dat zij proeven doen met honden”, zegt Ed Pols, bestuurslid van SHHH.
Andere instellingen bieden wel eens dieren ter adoptie aan aan medewerkers, maar deze adopties hebben geen structureel karakter. Iedere particulier die een ex-proefdierhond wil adopteren komt uiteindelijk terecht bij de SHHH.

Positieve ervaringen met adopteren ex-proefdieren

Ed Pols: “De ervaringen met ex-proefdierhonden zijn over het algemeen heel positief. In de beginjaren waren de reacties heel sceptisch. Proefdieren zouden niet geschikt zijn als huisdier, maar wij hebben aangetoond dat dat niet het geval is. We ondervinden eigenlijk geen problemen.”
Dit succes is niet uit de lucht komen vallen en was ook niet vanzelfsprekend. Het is te danken aan een uitgekiende procedure die de stichting in de afgelopen 20 jaar heeft ontwikkeld. Een procedure die al begint bij de vergunninghouder. Pols: “Instellingen die honden ter adoptie willen aanbieden beginnen al in de kliniek met het voorbereiden van de dieren op een eventuele uitplaatsing. Dat betekent dat er op een andere manier met honden moet worden omgegaan. Vanaf het begin.”
“Proefdieren waren vroeger totaal niet gesocialiseerd. Dieren kwamen niet in aanraking met andere mensen dan hun directe verzorgers. Ze speelden niet buiten en zaten eigenlijk de hele dag in een hok te wachten op een proef. Dat leverde bijzonder angstige dieren op. Bang voor mensen, voor vreemde geluiden en vreemde geurtjes. Toen wij met dit werk begonnen, hebben wij aangedrongen op vroegtijdige socialisatie. Vrijwilligers spelen nu met de honden om ze te laten wennen aan mensen. Ook zaken als kooiverrijking en speeltjes en zo, hebben toen hun intrede gedaan. Allemaal om de kans op een succesvolle herplaatsing te vergroten.”

Verplichte voorlichtingsmiddag

Een ander belangrijk moment in de procedure is de voorlichtingsmiddag. Iedereen die een ex-proefdier wil adopteren is verplicht de voorlichtingsmiddag van SHHH bij te wonen. Tijdens deze middag wordt alles verteld over de verschillen tussen een gewone pup en een ex-proefdier. Pols: “Daarbij maken we het niet mooier dan dat het is. Mensen komen uit emotie en betrokkenheid – en dat is mooi – maar zien tijdens de voorlichtingsdag in dat een ex-proefdier adopteren voor hen geen goed idee is. We zie dat ongeveer 2/3 van de mensen afhaakt.”
“Er zijn twee belangrijke verschillen waar rekening mee moet worden gehouden”, legt Pols uit. “Proefdieren kunnen nog steeds angstig zijn en de zindelijkheid is een probleem. Dat moet je je heel goed realiseren. Je moet geduld hebben en weten waar je aan begint. Een zindelijkheidstraining van een oudere hond op een flat, bijvoorbeeld, dat gaat gewoon niet.”
Na deze voorlichtingsmiddag bezoekt een buitendienstmedewerker van de stichting het kandidaat adoptie-gezin om te situatie in te schatten en het gezin nog beter te leren kennen. Pas na toestemming van de buitendienstmedewerker kan een adoptie plaatsvinden. Pols: “door onze procedure hoeft een medewerker bijna geen gezinnen meer te weigeren. Vroeger toen we de voorlichtingsmiddag niet hadden, lag dat percentage veel hoger.”

Voornamelijk honden, af en toe een kat

Inmiddels heeft de stichting in haar bestaan ruim 1000 honden bemiddeld. Dit jaar staat de teller op 60. Het betreft voornamelijk Beagles. Pols: “Heel af en toe een Retriever, maar dat komt eigenlijk niet meer voor. In de afgelopen 20 jaar hebben we ook ongeveer 100 katten bemiddeld. Heel recent hebben we fretten en een pony aangeboden gekregen. We zijn hiervoor al in gesprek met andere stichtingen die hier meer verstand van hebben. Maar wij staan er wel voor open. Hoe meer dieren we een fijn huis kunnen geven na het laboratorium, des te beter.”
Pols is tevreden over hoe de adoptie van ex-proefdieren is geregeld. “Je zou willen dat meer instellingen de koudwatervrees overwinnen en dieren ter beschikking stellen. Er is genoeg belangstelling. Wij hebben inmiddels geen dieren op de wachtlijst staan, maar adoptiegezinnen. Dus ik zou zeggen: kom maar op.”