Update van de redactie 23 maart 2020:
De WHO drukt burgers op het hart hun handen vaak en grondig te wassen met schoon water en zeep, om de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) te
minimaliseren. Maar wat als je geen of nauwelijks toegang hebt tot schoon water en zeep?
Op Wereldwaterdag (22 maart) wezen de Verenigde Naties in een
rapport op dit onrecht. In India wordt bijvoorbeeld gevreesd voor een grote crisis, omdat
160 miljoen mensen geen schoon water hebben om zich tegen het coronavirus te beschermen. Andere landen nemen voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat burgers zonder water komen te zitten; in Colombia wordt iedereen die zijn waterrekening nog niet heeft betaald
voorlopig gepardonneerd.
Volgens de VN heeft 1 op de 3 mensen geen of onvoldoende toegang tot schoon water. Drie kwart van de gezinnen in ontwikkelende landen heeft helemaal
geen toegang tot water en zeep.
De Verenigde Naties besloten in 2010 dat overheden verplicht zijn om aan burgers genoeg schoon water beschikbaar te stellen. Of je dat water daadwerkelijk krijgt, blijft een spel van macht, geld en ongelijkheid, zegt universitair docent in mensenrechten en milieu Daphina Misiedjan. Zij deed jarenlang onderzoek naar ons recht op water en de ongelijkheid die rondom water bestaat.
Dus ik heb recht op gratis water?
“Het hoeft niet gratis te zijn. Maar de Verenigde Naties schrijven voor dat het niet meer mag kosten dan 3 procent van het gezinsinkomen. Je ziet dat zelfs in een welvarend land als Nederland niet iedereen die kosten kan opbrengen. Er werden tussen 2015 en 2017 20.000 huishoudens afgesloten, waaronder gezinnen. We zien water als zo’n vanzelfsprekendheid dat we er niet over nadenken dat er mensen zijn die het door bijvoorbeeld schulden niet kunnen betalen.
“
We hebben water heel lang gezien als een behoefte, niet als een recht
En dat die mensen er toch recht op hebben. ‘Dan ga je maar naar een openbaar waterpunt, op school of in de stad’. We hebben water heel lang gezien als een behoefte, niet als een recht. Een gift van de overheid waar je om kunt vragen en wat je met een beetje geluk ook krijgt, niet iets wat je in de rechtszaal kunt afdwingen. Tegelijkertijd is water in sommige gevallen best goedkoop. Nederlandse boeren verdienen veel geld aan landbouwproducten die met gesubsidieerd water gemaakt zijn.”
Zijn er mensen die het via de rechtszaal uitvechten?
“In bijvoorbeeld Zuid-Afrika, dat blijft afstevenen op de dag dat er geen water meer uit de kraan komt, zijn mensen zich steeds meer bewust geworden van hun grondrecht. Je ziet ook meer bewustzijn ontstaan in landen waar de watervoorziening door de overheid werd uitbesteed bij bedrijven, en de kosten stegen.
In de Boliviaanse stad Cochabamba moest de overheid de privatisering terugdraaien vanwege de grootschalige protesten tegen de gestegen prijzen. Ook de Europese landen die tijdens de crisis onder druk van internationale instellingen als het Internationaal Monetair Fonds hun watervoorzieningen privatiseerden, komen daar nu grotendeels op terug. Bij privatisering stijgen de prijzen bijna altijd.”
De rivier is van zichzelf
Sommige landen geven het eigenaarschap dat ze zichzelf hadden toegewezen over rivieren op. Zoals in Nieuw-Zeeland. De rivier Whanganui heeft recht op een bepaalde waterkwaliteit en recht op een natuurlijk verloop. Die rechten zijn in wetten vastgelegd. Misiedjan: “We hebben het in die zin steeds vaker over de verplichtingen die samenhangen met ons recht op water. Over verplichtingen die we aan de natuur hebben of verplichtingen om rekening te houden met ecologische principes. Door op die manier naar water te kijken, stel je water voor toekomstige generaties veilig, maar erken je ook dat een rivier er mag zijn zonder dat je dat verbindt aan wat wij aan de rivier hebben. Dat is een zienswijze die lijkt op de spirituele waarden van veel oorspronkelijke gemeen-schappen, zoals de Maori.” Ook in Colombia kreeg de Amazone rechtspersoonlijkheid toegewezen, en in Amerika werd Lake Eerie van zichzelf.
Je ziet ook dat mensen in opstand komen tegen grote bedrijven die waterbronnen voor hun productie gebruiken.
“Dat is een voorbeeld van macht natuurlijk, wie macht heeft, kan zich natuurlijke bronnen toe-eigenen. Maar dat gaat vooral mis als een bedrijf opereert in een gebied waar de overheid niet sterk is en geen duidelijke wetten en restricties oplegt. Zoals in India, waar Coca-Cola op zo’n manier met water omging dat de drinkwatervoorziening in het geding kwam.”
Gaat water steeds vaker tot conflict leiden?
“Het gaat om natuurlijke bronnen die aan het uitputten zijn. Maar er is in principe op het moment genoeg zoet water beschikbaar. Tenminste, als je alleen kijkt naar wat mensen nodig hebben en de rechten van de natuur erbuiten laat. Er is een verdelingsprobleem: we laten ons tegenhouden om samen te werken door landsgrenzen. Tussen Ethiopië en Egypte is een strijd over het gebruik van de Nijl.
En we maken ook inefficiënte keuzes door bijvoorbeeld in droge gebieden toch waterintensieve gewassen te verbouwen. Maar 8 procent van ons wereldwijde waterverbruik gaat naar ons huishouden, 22 gaat naar de industrie, de rest gaat naar de landbouw. Je ziet ook dat water soms juist tot samenwerking leidt. Zoals tussen burgemeesters in steden in Palestina en Israël, omdat het beschikbare water zich natuurlijk niet aan hun grenzen hield.”
Soms, schrijf je in je boek, gebruikt de overheid water als manier om bepaalde groepen uit te sluiten.
“Wanneer overheden een negatief beeld hebben van groepen, kunnen ze zorgen dat die groepen geen toegang hebben tot water. Dat zie je bijvoorbeeld bij Romagemeenschappen: ze wonen op grond die volgens het stadsbestuur niet van hen is, en daarmee verantwoorden ze dat ze die mensen niet aansluiten op het netwerk. Ook in de Verenigde Staten zie je dat segregatie tussen zwarte en witte mensen doorwerkt in watervoorzieningen.
Ik beschrijf in mijn boek twee dorpen die naast elkaar liggen: het ene is bijna helemaal wit en het andere bijna helemaal zwart. Het zwarte dorp heeft geen voorzieningen gekregen en moet water kopen, of het uit vervuilde putten halen. De rechter heeft in zijn besloten dat hier discriminatie plaatsvond. Water wordt als politiek middel gebruikt. Ik heb ook voorbeelden gezien waarbij politieke partijen juist mensen aansloten om ze te motiveren voor hen te stemmen.”
Als water schaarser wordt, worden de verhoudingen dan nog ongelijker?
“Heel veel groepen oorspronkelijke bewoners zijn niet aangesloten op voorzieningen. Vorige week las ik nog over een rapport van de University of Newcastle waarin stond dat met klimaatverandering de droogte zal toenemen, wat zal leiden tot veel meer mentale gezondheidsproblemen, zoals stress of uitzichtloosheid, in dat soort gemeenschappen. Het aantal experts dat onderzoek doet naar het verband tussen mentale gezondheid en milieuproblematiek, neemt toe. Of het nou om water gaat, of om schone lucht: we zien altijd dat kwetsbare groepen aan het kortste eind trekken.
Gemarginaliseerde groepen wonen vaker op vervuilde grond, maar zijn tegelijkertijd minder machtig om daar wat aan te veranderen. Zij kunnen minder maatregelen treffen om zichzelf te beschermen, hebben minder slagkracht om een juridische strijd aan te gaan. Zij geven vaker ook een veel groter deel van hun inkomen uit aan water omdat ze via dure watertanks en winkels water moeten kopen. Het voelt tegenstrijdig, maar mensen die het makkelijkst toegang hebben tot
Maar ook tussen het Westen en het Zuiden bestaat onrecht, wat water betreft.
“We denken nog nauwelijks na over wat ons watergebruik betekent voor de rest van de wereld. We hebben het nooit over al dat water dat Nederlanders elke dag indirect gebruiken uit andere gebieden waar water schaars is. Door asperges uit Peru te eten wentelen wij ons watergebruik af op water schaars is. Door asperges uit Peru te eten wentelen wij ons watergebruik af op waterschaarse gebieden.
Ja, vanuit een economisch kan het door de beugel, maar vanuit een rechtvaardigheidsprincipe zou dat eigenlijk niet moeten kunnen. We hebben niet alleen recht op water, we hebben ook waterverplichtingen naar elkaar. Je hebt recht op water, maar hoeveel recht op privileges heb je in een wereld die vanwege klimaatverandering, om het maar vrolijk te zeggen, op weg is naar een rampsituatie?”
Het inperken van die privileges, is dat niet ontzettend moeilijk in wetten te vangen?
“Dat valt eigenlijk wel mee. Kijk maar naar Californië. Daar mag je je tuin niet besproeien, toch vinden mensen daar een mooi gazon belangrijk en ze overtreden dan gewoon de wet. Mensen denken dat ze het te veel aan waterverbruik kunnen rechtzetten door de boete te betalen. Terwijl het idee van zo’n regel is dat er minder water verbruikt wordt. Mensen moeten dus anders naar hun verantwoordelijkheid gaan kijken: wat moet ik opgeven voor een eerlijke wereld? Dan moeten we af van de puur economische manier van kijken naar water, maar het ook zien als iets met culturele, en zelfs spirituele waarde.”
We hebben dus allemaal recht op water, maar van wie is het?
“Dat is heel ingewikkeld. Het kan zelfs zijn dat er verschillende wetten in een land zijn: de ene geeft eigendomsrecht vanwege landbezit, de andere wet zegt dat water ‘van niemand en van iedereen is, want door God gegeven’. In Jemen heb ik conflicten bestudeerd waarbij groepen zich op beide wetten beriepen en zo allebei gelijk en ongelijk hadden. Sommige landen zien water als een staatsbezit, anderen gaan meer toe naar een idee dat water van zichzelf is.”
Dit artikel verscheen eerder in OneWorld-magazine en op OneWorld.nl op 9 juni 2019.
We leven in onzekere tijden door het coronavirus. Er is behoefte aan betrouwbare informatie én verdieping. Wij hopen dat jij dat bij ons vindt en wil bijdragen aan onze onafhankelijke journalistiek. Vanwege de financieel onvoorspelbare tijd, kan dat nu voor de helft van de prijs. Klik
hier voor meer informatie