Frankrijk wil vaccinatie van pluimvee tegen vogelgriep
Frankrijk wil vaccinatie van pluimvee tegen ‘verwoestende’ vogelgriep | Foto: publiek domein

Het merendeel van de vogelgriepuitbraken in Frankrijk vond plaats in de regio’s Vendee, Maine et Loire en Deux-Serves. In deze gebieden worden veel Franse vleeseenden gehouden. Afgelopen jaar werden er meer dan 1550 uitbraken geteld in het land. Sinds december zijn wegens de hoge uitbraken maatregelen aangescherpt, zo worden eenden en kalkoenen in een zone van tien tot twintig kilometer rondom te uitbraken preventief geruimd. Ook mogen er in een zone van vijftig kilometer rondom de uitbraken geen nieuwe eenden of kalkoenen komen. Minister Fresneaus voorganger pleitte ook al voor een vaccinatie. Momenteel zijn er proefvaccinaties, de resultaten worden in het eerste kwartaal van dit jaar verwacht. Als alles goed gaat, kan er grootschalig worden gevaccineerd in het najaar.
.

 

Vaccinatie van pluimvee

Ook de Nederlandse landbouwminister Piet Adema is voorstander van vaccineren. Lang werd het idee van vaccineren vooral door Duitsland tegengehouden, omdat het volgens de huidige wetgeving exportproblemen oplevert. Nu mag er niet gehandeld worden in eieren en vlees van kippen die gevaccineerd zijn tegen vogelgriep. Maar nu de roep op vaccineren steeds groter wordt, zullen afspraken gemaakt moeten worden met handelspartners in binnen- en buitenland.

‘Ruiming’ door vogelgriep getroffen pluimveebedrijf Sint-Oedenrode (2021) | Foto: 1037 Against Animal Cruelty

‘Meest verwoestende’ uitbraak ooit

Wereldwijd vormt het H5N1 virus, het vogelgriepvirus, een groot probleem, maar vooral in Europa zorgt het virus voor veel sterfte. Waar het normaal om een seizoensziekte gaat die zich door trekvogels verspreidt, kreeg men het virus in de zomer niet onder controle waardoor dit virus continu heerst. Europese autoriteiten noemen het mede daarom de ‘meest verwoestende’ uitbraak ooit. Hoe groot is het probleem in een aantal van de landen met het meeste pluimvee?

Tussen oktober 2021 en 2022 waren er in totaal in 37 Europese landen uitbraken, waarvan ruim 2500 uitbraken op pluimveehouderijen waren. De meeste uitbraken in Frankrijk waren op pluimveehouderijen, namelijk 1.383, gevolgd door Italië (317), Hongarije (290), Polen (98), Duitsland (89) en Nederland (62). Wereldwijd zijn er in deze tijdsperiode 140 miljoen vogels geruimd, waarvan 48 miljoen in de EU en het Verenigd Koninkrijk. Het afgelopen jaar zijn er in Nederland bijna 6 miljoen kippen, kalkoenen en eenden gedood om de verspreiding van het virus tegen te gaan.
.

.
In Nederland worden volgens een rapport van het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) relatief veel dieren gedood per uitbraak. Zo was in de periode 11 juni tot 9 september 2022 Nederland verantwoordelijk voor 25 procent van de uitbraken, maar ook voor 43 procent van de dode kippen. Ter vergelijking, Duitsland had meer uitbraken (27 procent), maar was verantwoordelijk voor ‘slechts’ 27 procent van de geruimde dieren. Naast uitbraken op pluimveehouderijen waren er ook uitbraken onder wilde vogels, vooral ook onder meeuwen die hiervoor geen last hadden van het virus. In totaal ging het in Europa om 3900 uitbraken bij wilde vogels.

De oorsprong van het virus

Sinds het einde van de negentiende eeuw hebben EuropaAzië en Afrika te maken gehad met uitbraken van virussen onder pluimvee, maar tot grootschalige pandemieën leidde het niet. Tot 1996, toen in China een nieuwe variant ontstond, namelijk het H5N1, op een commerciële eendenfokkerij. In 1997 werd daarop in het land al het pluimvee geruimd en veertig procent van de watervogels stierf door het virus.
.

Wilde vogels

Wetenschappers maken zich zorgen om de ongeëvenaarde verspreiding onder wilde vogels. Ze zien het virus namelijk als een groot gevaar voor vooral kwetsbare soorten. Ook baart het hen zorgen dat het virus zich ook verspreidt onder soorten die hiervoor nooit last hadden van het virus, zoals meeuwen, sternen en ooievaars. Waar voorheen vooral pluimvee last had van het virus, worden de laatste jaren ook steeds meer wilde dieren geïnfecteerd. Dit is volgens wetenschappers vooral desastreus voor vogels die in kleine populaties of in kleine geografische gebieden leven.
.

.
Wilde vogels worden vaak als de boosdoener gezien als het gaat om het virus, maar dat is volgens onderzoekers onterecht. Ook benadrukken ze dat het doden van wilde vogels het virus niet remt. Een van de gevaren is dat het (vlieg)gedrag van de dieren drastisch wordt aangepast, wat het virus mogelijk zelfs in de hand werkt. En ook op het massaal ‘ruimen’ van alle vogels komt steeds meer kritiek, geluiden uit allerlei hoeken noemen het onethisch en duur, gefinancierd door de belastingbetaler. Een vaccin zou de onnodige dood van miljoenen dieren kunnen voorkomen, maar het blijft een oplossing voor de korte termijn. Uiteindelijk zal de pluimveesector moeten veranderen.
.

Het virus blijft

Het is onduidelijk hoe het komt dat deze variant zo hardnekkig is, maar volgens viroloog Louise Moncla van de Universiteit van Pennsylvania kan het liggen aan genetische mutaties die ervoor zorgen dat het virus sneller verspreidt en onder meer soorten vogels. Nu duidelijk is dat het virus blijft, zijn in Nederland de universiteiten van Wageningen en Utrecht begonnen met het ontwikkelen van vaccins voor de pluimveesector.
.

Intensieve veehouderij onhoudbaar

Over de onhoudbaarheid van de huidige intensieve veehouderij werd al eerder gerapporteerd door AnimalsToday, nadat hoogleraar virologie Wim van der Poel in EenVandaag pleitte voor ingrijpende veranderingen in de sector om de impact van vogelgriep te beperken. Zo noemde hij de hoeveelheid pluimveebedrijven bij elkaar en in de buurt van natuurgebieden problematisch. Bovendien ziet hij vogelgriep als een reële dreiging voor de volksgezondheid, als het muteert en op mensen overgaat.
.

Diergezondheidsfonds

De Partij voor de Dieren (PvdD) pleit voor veranderingen als het gaat om het fonds waarop pluimveehouders recht hebben. Nadat een houderij is geruimd, krijgt de ondernemer schadevergoeding uit een speciaal fonds, het Diergezondheidsfonds. Vervolgens wordt de houderij aangevuld met een nieuwe generatie dieren, die weer evenveel gevaar lopen op het virus. Het fonds wordt voor een deel gefinancierd uit de pluimveesector zelf, maar grotendeels ook vanuit de overheid. Nu al zijn de kosten met 30 miljoen overschreden.

Volgens de Partij voor de Dieren heeft de minister de mogelijkheid om als eis voor de vergoeding te stellen dat er geen nieuwe dieren mogen komen zolang het virus rondgaat, om de verspreiding te stoppen. Tot er een werkend vaccin is, zijn wetenschappers het erover eens dat het virus nog door Europa – en de hele wereld – raast en lopen kippen keer op keer het gevaar besmet te raken en geruimd te worden.

De naam ‘Diergezondheidsfonds’ is overigens door Wakker Dier uitgeroepen tot eufemisme van het jaar, vanwege de misleidende naam, die niets met diergezondheid van doen heeft.

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Sophie Jongma